Chorthippus biguttulus (Ratelaar)

Laatst bijgewerkt: 23 december 2023


Algemeen

SOORT: Ratelaar (Chorthippus biguttulus)
GENUS CHORTIHIPPUS
FAMILY ACRIDIDAE (Veldsprinkhanen)


Dit sprinkhaantje zat in de brede Lathyrus, een Veldsprinkhaan.

Sabelsprinkhanen zitten er in overvloed in de tuin, maar vertegenwoordigers uit de groep van de echte sprinkhanen, ook wel kortspriet of veldsprinkhanen, zijn vooralsnog schaars. Nog geen idee welke soort en welk geslacht.

Wordt vervolgd….

Ratelaar ♂ (Chorthippus biguttulus) op brede Lathyrus (Lathyrus latifolius)

HERKENNING

Edit 21 september 2015: Via Waarneming.nl forum is deze gedetermineerd als de Ratelaar (Chorthippus biguttulus), een mannetje.

Ik had hem eerst als Bruine sprinkhaan (Chorthippus bruneus) geidentificeerd, een andere soort die erg veel op deze lijkt. De mannetjes zijn nog van elkaar te onderscheiden maar de vrouwtjes niet. Sprinkhanen worden ook veel geïdentificeerd op basis van het geluid dat ze produceren. Dat zal in dit geval lastig gaan 😋

Wat zijn de verschillen met die Bruine sprinkhaan? In de volgende composiet foto zijn op basis van literatuur [1] in de rechter helft de kenmerken die leiden tot determinatie weergegeven.

Ratelaar_v01

  1. Precostaal lobje aanwezig
  2. Voorvleugels iets langer dan achterlijf
  3. Costaalveld verbreed, deze velugel sectie begint smal aan halszijde en neemt dan sterk breed uit
  4. Sub-costaalveld verbreed, ook deze sectie begint smal en loopt dan breed uit
  5. Mediaalveld niet verbreed, deze velugelsectie is over de hele lengte ongeveer even breed
  6. Zwarte band langs zijkielen stopt voor achterrand halsschild
  7. Zijkiel geknikt
  8. Gehooropening is spleetvormig
  9. Antennes niet verdikt
  10. Meestal rode kleur op achterlijf (niet in foto aangegeven)

Tov de Bruine sprinkhaan zijn punten 2, 3 en 4 doorslaggevend.

 


Referenties

1 Keukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden, 1997. "De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoiptera). - Nederlandse Fauna I. Nationaal Natuurhistorisch Museum, KNNV Uitgeverij & EIS-Nederland, Leiden. 416 blz., 16 platen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *