Normaal tref ik vaak de eerste instars van deze mot aan dus het was leuk om nu eens twee exemplaren van deze late instar van de Plakker (Lymantria dispar) ^[1] tegen te komen. Bij het opruimen van gesnoeide takken vond ik ze rusttend op een blad onder de appelboom, een plant waar de soort elk jaar in aanwezig is. Mogelijk zijn ze door mijn snoeiactiviteiten uit die boom gevallen, maar waarschijnlijk brachten ze daar de dag door in afwachting van de nacht. De vroege instars voeden zich namelijk overdag en de late instars doen dat ’s nachts. Ze kruipen dan overdag uit het bladerdek van de boom naar beneden naar de bladlaag of blijven op de stam zitten ^[2].

Het is niet te zeggen om welke instar het hier gaat omdat de vrouwtjes zes vervellingen doormaken en de mannetjes vijf ^[2].

Literatuur