Trypoxylon figulus♀︎♂︎

Laatst bijgewerkt: 26 november 2024


Vrij zeldzaam

Soort Trypoxylon figulus
Genus TRYPOXYLON (Pottenbakkerswespen)
Familie CRABRONIDAE



Ecologische rol Roofdier + bestuiver

Voltinisme Univoltien
Activiteit
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec

Waarnemingen
2021-VII-032016-VI-12
Maanden
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec
Jaren
20162021

Neststrategie Hypergeïsch
Nestarchitectuur Broedcellen
Nestdiameters (mm)
122.53456789101112131415


Officiële naam:

Synoniemen:

Trypoxylon figulus [Soortenregister]


zie meer op: www.gbif.org

Etymologie:

figulus

Trypoxylon figulus ♀︎
Trypoxylon figulus ♂︎

INHOUD

1. Verspreiding
2. Gedrag
3. Plant relaties
4. Prooi relaties
5. Parasitaire relaties
6. Herkenning

1. VERSPREIDING

Trypoxylon figulus is een vrij algemene wesp [Waarneming.nl] die verspreid door heel Nederland [Peeters et al. 2004].

Tuinsoort

De soort is een in grote aantallen jaarlijks terugkerende gast in onze tuin.

2. GEDRAG

2.1. ACTIVITEIT

De soort is actief van half april tot half oktober [Peeters et al. 2004].

Meer generaties per jaar zijn mogelijk [Blösch 2000].

2.2. ONTWIKKELING

Nest

De vrouwtjes van deze hypergeïsche soort knagen hun nestgangen in het merg van natuurlijke buisvormen zoals plantenstengels [Ruchin & Antropov 2019], maar ook in verlaten vraatgangen van insecten [Fabian et al. 2014], holtes in metselwerk [Lomholdt 1984] en rieten daken [Blösch 2000].

De nesten bestaan uit sequentiële rijen broedcellen in gangen die 20 cm diep kunnen zijn. De broedcellen voor mannetjes zijn kleiner in lengte en diameter dan die voor de vrouwtjes [Breugel 2014],[Danks 1971]. Het nest medium kan daardoor bepalend zijn voor de verhouding van mannetjes tot vrouwtjes [Danks 1971] die uiteindelijk uit het nest uitsluipen.

Tussen de broedcellen wordt met modder een dunne scheidingswand gemaakt van 0,2mm [Breugel 2014],[Blösch 2000],[Danks 1971] waarbij de wanden richting de ingang van het nest dikker worden [Blösch 2000],[Danks 1971].

In een nest is vaak een vestibulaire cel aanwezig [Breugel 2014],[Danks 1971], al dan niet met enkele prooidieren [1Danks 1971], welke kort kan zijn [Breugel 2014] maar ook kan ontbreken [Breugel 2014],[Danks 1971].

Nestcellen gevuld kunnen worden met 1-24 prooidieren [Fabian et al. 2014],[Coudrain et al. 2013], waarbij het uiteindelijke aantal wordt bepaald door het gewicht van de prooidieren [Coudrain et al. 2013].

Nesten kunnen gedeeld worden met Passaloecus insignis [Woydak 1996], tevens is ook een gedeeld nest met Psenulus concolor waargenomen [Woydak 1996].

Ei

Trypoxylon eieren zijn worstvormig [Danks 1971]. Het ei wordt meestal op de onderzijde of zijde van de prooi gepositioneerd [Blösch 2000]. Het ei wordt op één van de spinnen gelegd, waarbij er niet sprake lijkt te zijn van een duidelijk patroon [Breugel 2014],[Blösch 2000],[Danks 1971].

Larve

Na drie tot vijf dagen sluipt de larve uit [Breugel 2014],[Blösch 2000] die na vijf tot zeven dagen volgroeid is en spint deze gedurende één tot twee dagen een cocon [Blösch 2000]. De cocon wordt aan de achterwand gehecht en hangt in geval van een grote cel diameter [Blösch 2000] aan draden vrij van de muren in de ruimte [Breugel 2014],[Blösch 2000].

2.3. BIJENHOTEL

De soort maakt graag gebruik van bijenhotels en kunstmatige nestgelegenheid [Breugel 2014], Blösch 2000],[Woydak 1996],[Schwarz 2007].

Ze nestelen in boorgangen van 2,5 – 6 mm [Breugel 2014],[Blösch 2000],[Danks 1971].

Tuinsoort

De soort is een in grote aantallen jaarlijks terugkerende gast op de bijenhotels in onze tuin. Ze prefereert daarbij de nestruimte op een hoogte van 80-140cm. Hoger wordt wel genesteld maar beduidend minder.

2.4. JACHT

Een vrouwtje kan tussen 100-300 prooidieren gedurende een seizoen vangen [Fabian et al. 2014].

Gevangen prooien worden gestoken [Lomholdt 1984] wat meestal tot permanente verlamming leidt in de prooi [Piek 2013].

3. PLANT RELATIES

3.1. HOUTSOORTEN

In de literatuur worden de volgende houtsoorten genoemd als medium waarin de wesp haar nest maakt:

Adoxaceae
(Muskuskruidfamilie)

Sambucus (Vlier) [Blösch 2000]
Asteraceae
(Composietenfamilie)

Cirsium (Vederdistel) [Danks 1971]
Onagraceae
(Teunisbloemfamilie)

Chamaenerion [Danks 1971]
Poaceae
(Grassenfamilie)

Phragmites
Phragmites australis (Riet) [Coudrain et al. 2013]
Rosaceae
(Rozenfamilie)

Rubus (Braam) [Blösch 2000],[Woydak 1996]
Tabel 3.1-1: houtsoorten gebruikt als nest substraat

3.2. VOEDSELPLANTEN

In de literatuur worden de volgende planten soorten en groepen genoemd:

Apiaceae [Breugel 2014]
(Schermbloemenfamilie)


Asteraceae [Breugel 2014]
(Composietenfamilie)


Tabel 3.2-1: Voedselplanten in Nederland

4. PROOI RELATIES

De soort gebruikt volwassen [Danks 1971],[Coudrain et al. 2013] en onvolwassen [Danks 1971],[Ruchin & Antropov 2019] spinnen (Araneae) voor haar broed [Peeters et al. 2004],[Ruchin & Antropov 2019], waarbij het prooispectrum vooral uit web bouwende spinnen bestaat [Coudrain et al. 2013].
Phylloneta impressa (Grote wigwamspin) lijkt een voorkeur prooi te zijn [Coudrain et al. 2013] , maar T. figulus lijkt zich niet te beperken in prooi keuzen en kent een breed prooi spectrum [Coudrain et al. 2013].


In de literatuur worden de volgende in Nederland [Soortenregister] voorkomende soorten genoemd:


Araneidae [Blösch 2000 (als argiopidae)]
(Kruisspinachtigen)

Araneus [Blösch 2000],[Dollfuss 1991 (als Epeira)],[Woydak 1996]
Araneus angulatus (Schouderkruisspin) [Coudrain et al. 2013 (onvolwassen)]
Araneus diadematus (Kruisspin) [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (onvolwassen)]
Araneus marmoreus (Marmerspin) [Ruchin & Antropov 2019]
Araneus quadratus (Viervlekwielwebspin) [Ruchin & Antropov 2019]
Araneus sturmi (Witruitwielwebspin) [Coudrain et al. 2013 (volwassen)]

Araniella [Ruchin & Antropov 2019]
Araniella cucurbitina (Gewone komkommerspin) [Coudrain et al. 2013 (volwassen)]
Araniella opisthographa (Tweeling-komkommerspin) [Coudrain et al. 2013 (volwassen)]

Argiope
Argiope bruennichi (Wespspin) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Cercidia
Cercidia prominens (Stekelrugje) [Danks 1971]

Hypsosinga
Hypsosinga albovittata (Witvlekpyjamaspin) [Danks 1971 (als Singa albovittata)]
Hypsosinga pygmaea (Graspyjamaspin) [Danks 1971 (als Singa pygmaea)]

Mangora
– Mangora acalypha (Driestreepspin) [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Nuctenea
– Nuctenea umbratica (Platte wielwebspin) [Coudrain et al. 2013 (onvolwassen)]

Neoscona
Neoscona adianta (Heidewielwebspin) [Ruchin & Antropov 2019]

Singa
Singa hamata (Bonte pyjamaspin) [Ruchin & Antropov 2019]
Singa nitidula (Beekpyjamaspin) [Ruchin & Antropov 2019]

Zilla [Blösch 2000],{Ruchin & Antropov 2019],[Woydak 1996]
Dictynidae
(Kaardespinnen
)

Dictyna [Breugel 2014],[Woydak 1996]
Dictyna arundinacea (Heidekaardertje) [Ruchin & Antropov 2019]
Lycosidae [Blösch 2000]
Trochosa [Danks 1971]
Trochosa ruricola (Veldnachtwolfspin) [Danks 1971]
Linyphiidae [Blösch 2000],[Paern et al. 2015],[Lomholdt 1984]
(Hangmatspinnen)

Agyneta
Agyneta rurestris [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (volwassen, als Meioneta rurestris)]

Bathyphantes [Ruchin & Antropov 2019]

Floronia
Floronia bucculenta [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Kaestneria
Kaestneria dorsalis [Ruchin & Antropov 2019]

Linyphia
Linyphia hortensis (Tuinhangmatspin) [Coudrain et al. 2013 (volwassen)]
Linyphia triangularis (Herfsthangmatspin) [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Microlinyphia
Microlinyphia pusilla (Kleine heidehangmatspin) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Microneta [Blösch 2000],[Woydak 1996]

Neriene
Neriene montana (Lentehangmatspin) [Ruchin & Antropov 2019]
Neriene radiata (Zomerhangmatspin) [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (volwassen)]

Tenuiphantes
Tenuiphantes tenuis (Bodemwevertje) [Coudrain et al. 2013 (volwassen)]

Salticidae [Paern et al. 2015]
(Springspinnen)


Heliophanus
Heliophanus flavipes (Gewone blinker) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Salticus [Blösch 2000],[Lomholdt 1984],[Woydak 1996]
Salticus scenicus (Huiszebraspin) [Ruchin & Antropov 2019]

Synageles [Blösch 2000],[Woydak 1996]
Synageles venator (Slanke mierspringspin) [Ruchin & Antropov 2019]

Tetragnathidae

Tetragnatha [Lomholdt 1984],[Ruchin & Antropov 2019]
Tetragnatha extensa (Gewone strekspin) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Metellina [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]
Metellina segmentata [Ruchin & Antropov 2019]
Theridiidae
(Kogelspinnen)

Anelosimus
Anelosimus vittatus (Slanke kogelspin) [Coudrain et al. 2013 (volwassen)]

Cryptachaea
Cryptachaea riparia (Bermkogelspin) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Enoplognatha [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]
Enoplognatha ovata (Gewone landkaak) [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]

Neottiura
Neottiura bimaculata (Witbandkogelspin) [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (volwassen)]

Parasteatoda
Parasteatoda lunata (Prachtkogelspin) [Coudrain et al. 2013 (volwassen)]
Parasteatoda simulans (Valse broeikasspin) [Ruchin & Antropov 2019]
Parasteatoda tepidariorum (Broeikasspin) [Ruchin & Antropov 2014]

Phylloneta
Phylloneta impressa (Grote wigwamspin) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen, als Phylloneta impressum]
Phylloneta sisyphia (Kleine wigwamspin) [Coudrain et al. 2013 (volwassen)]

Platnickina
Platnickina tincta (Zwartringkogelspin) [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (volwassen)]

Simitidion
Simitidion simile (Witvlekheidekogelspin) [Ruchin & Antropov 2019]

Theridion [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]
Theridion pictum (Rood visgraatje) [Ruchin & Antropov 2019]
Theridion pinastri (Dennenkogelspin) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]
Theridion varians (Gewoon visgraatje) [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013 (volwassen)]
Thomisidae [Paern et al. 2015]
(Krabspinnen)

Xysticus [Blösch 2000],[Ruchin & Antropov 2019],[Woydak 1996]
Philodromidae
Philodromus
Philodromus aureolus (Tuinrenspin) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]
Philodromus cespitum (Gewone renspin) [Coudrain et al. 2013 (on- & volwassen)]
Tabel 4-1: Prooisoorten in Nederland

Prooisoorten buiten Nederland:

Theridiidae
(Kogelspinnen)
Theridion
Theridion sisyphium [Ruchin & Antropov 2019]
Tabel 4-2: Prooisoorten buiten Nederland

5. PARASITAIRE RELATIES

In de literatuur worden de volgende in Nederland [Soortenregister] voorkomende soorten genoemd:

Chalcidoidae
(Bronswespen)

Eulophidae
Melittobia
Melittobia acasta [Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013]

Eurytomidae
Eurytoma [Coudrain et al. 2013]
Eurytoma nodularis [Ruchin & Antropov 2019]
Eurytoma verticillata [Ruchin & Antropov 2019]

Pteromalidae
Dibrachys [Coudrain et al. 2013]

Torymidae
Monodontomerus
Monodontomerus vicicellae [Ruchin & Antropov 2019]

Torymus
Torymus armatus [Danks 1971 (als Diomorus armatus)]

Chrysididae
(Goudwespen)

Chrysis (Tandgoudwespen)
Chrysis fasciata [Ruchin & Antropov 2019]
Chrysis fulgida [Ruchin & Antropov 2019]
Chrysis ignita [Paern et al. 2015],[Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013]
Chrysis obtusidens [Ruchin & Antropov 2019]
Chrysis rutilans [Martynova & Frateryg 2015]
Chrysis viridula [Ruchin & Antropov 2019]

Elampus
Elampus panzeri [Ruchin & Antropov 2019]

Pseudomalus
Pseudomalus auratus [Peeters et al. 2004],[Danks 1971 (als Omalus auratus),[Ruchin & Antropov 2019],[Woydak 1996 (als Omalus auratus)]
Pseudomalus pusillus [Peeters et al. 2004],[Ruchin & Antropov 2019],[Woydak 1996 (als Omalus auratus)]

Trichrysis (Drietandgoudwespen)

Trichrysis cyanea
[Peeters et al. 2004],[Paern et al. 2015],[Paukkunen et al. 2015],[Danks 1971],[Ruchin & Antropov 2019],[Coudrain et al. 2013]
Evanioidae [Peeters et al. 2004]
Gasteruption
Gasteruption assectator [Peeters et al. 2004],[Ruchin & Antropov 2019],[van Achterberg 2013],[Woydak 1996],[Coudrain et al. 2013],[Parslow et al. 2020]
Gasteruption jaculator [Ruchin & Antropov 2019],[van Achterberg 2013],[Parslow et al. 2020]
Gasteruption opacum [Ruchin & Antropov 2019],[Parslow et al. 2020]
Ichneumonidae
(Sluipwespen)

Ephialtes
Ephialtes manifestator [Coudrain et al. 2013]

Hoplocryptus
Hoplocryptus confector [Schwarz 2007]

Mastrus [Danks 1971]

Perithous
Perithous divinator [van Achterberg 2013],[Woydak 1996]
Perithous mediator [Peeters et al. 2004],[Woydak 1996]
Perithous scurra [van Achterberg 2013]

Poemenia
Poemenia notata [Ruchin & Antropov 2019]

Polysphincta [Ruchin & Antropov 2019]

Stenodontus
Stenodontus marginellus [Ruchin & Antropov 2019]

Townesia
Townesia tenuiventris [Blösch 2000],[Ruchin & Antropov 2019]

Dermestidae (Spektorren)
Megatoma
Megatoma undata [Ruchin & Antropov 2019]

Trogoderma
– Trogoderma glabrum [Coudrain et al. 2013]

Diptera
(Vliegen)

Anthomyiidae (Bloemvliegen)
Eustalomyia
Eustalomyia hilaris [Ruchin et al. 2019]

Trichodes
Trichodes alvearius (Behaarde bijenwolf) [Coudrain et al. 2013]

Bombyliidae (Wolzwevers)
Anthrax [Coudrain et al. 2013]

Sarcophagidae (Dambordvliegen)
Amobia
Amobia signata [Ruchin & Antropov 2019]

Metopia
Metopia argyrocephala [Ruchin & Antropov 2019]

Tachinidae [Danks 1971]

Tabel 5-1: Parasitaire soortrelaties in Nederland

Parasitaire soorten buiten Nederland:

Chrysididae
(Goudwespen)

Chrysis (Tandgoudwespen)
Chrysis spledidula [Ruchin & Antropov 2019],[Martynova & Frateryga 2015]
Ichneumonidae
(Sluipwespen)

Aritranius [Woydak 1996]

Hoplocryptus
Hoplocryptus heliophilus [Ruchin & Antropov 2019 (als Aritranis heliophilus),[Schwarz 2007]
Hoplocryptus bohemani [Schwarz 2007]

Isadelphus
– Isadelphus armatus [Ruchin & Antropov 2019]

Nematopodius formosus
Nematopodius formosus [Ruchin & Antropov 2019]

Thrybius
Thrybius brevispina [Coudrain et al. 2013]
Diptera
(Vliegen)

Sarcophagidae (Dambordvliegen)
Amobia
Amobia oculata [Verves & Protsenko 2021]

Miltogramma
Miltogramma punctatum [Ruchin & Antropov 2019]
Tabel 5-2: Parasitaire soortrelaties buiten Nederland

6. HERKENNING

Lengte mannetjes: 7,5 – 10 mm
Lengte vrouwtjes: 9 – 12 mm

Genus

Het genus Trypoxylon is te herkennen aan:

1.  Voorvleugel: met één submarginaal cel [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, Trypoxylon: voorvleugel met één submarginaal cel

2. Oog: binnenrand niervormig uitgesneden [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, Trypoxylon: binnenrand ogen niervormig uitgesneden

3. Achterlijf: achterlijf zwart [Jacobs 2007],[Dollfuss 1991]. Wesp geheel zwart [Bitsch 2021],[Klein 1999]

4. Achterlijf: naar verhouding zeer lang [Bitsch 2021],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]
Het achterlijf steekt relatief ver uit onder de vleugels.

Trypoxylon figulus ♂︎, Trypoxylon: achterlijf geheel zwart, steekt relatief ver onder vleugelpunt uit


exemplaar voor foto identificatie gevangen op 08-vii-2021, lengte ±12mm

Trypoxylon figulus ♀︎, imago
Trypoxylon figulus ♀︎, imago
Trypoxylon figulus ♀︎, imago
Trypoxylon figulus ♀︎, propodeum
Trypoxylon figulus ♀︎, imago

1. Antenne met 12 segmenten [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, antenne met twaalf segmenten

2. Achterlijf met 6 segmenten [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, achterlijf met zes segmenten

KOP

1. Kop: afstand ogen op kruin (l1) ongeveer even groot als de afstand tussen de ogen ter hoogte van clypeus (l2) [Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991], verhouding tussen de lengtes 0,9-1,0 [Bitsch 2021].

Trypoxylon figulus ♀︎, oogafstand kruin ongeveer even groot als oogafstand bij clypeus

2. Kop: voorhoofd (frons) zonder door lijsten begrensd schildachtig vlak [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, voorhoofd zonder door lijsten begrensd schildachtig vlak

3. Kop: voorhoofd midden kiel zwak verhoogd boven antenne implanten, en profil geen duidelijke knik naar voorhoofd lijn [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, kiel midden boven antenne inplant zwak verhoogd, en profil zonder duidelijke knik naar voorhoofdlijn

4. Kop: Clypeus voorrand tussen midden voorlob en oog onregelmatig uitgebocht [Klein 1999],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991], middenlob rechthoekig met convexe zijden [Bitsch 2021]

Trypoxylon figulus ♀︎, clypeus voorrand tussen midden voorlob en oog onregelmatig uitgebocht

5. Kop: occipitaallijst onder niet verbreed [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, occipitaal kiel onder niet verbreed

6. Kop: bovenste deel achterhoofd spaarzaam aanliggend behaard [Jacobs 2007]

Trypoxylon figulus ♀︎, bovenste deel achterhoofd spaarzaam aanliggend behaard

BORSTSTUK

1. Borststuk: bovenzijde (mesonotum) mat [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, mesonotum mat

2. Borststuk: pronotum achterrand zwart [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, achterrand pronotum zwart

3. Voorpoot: scheen (tibia) en tarsen zwart [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, voorpoot scheen (tibia) en tarsen zwart

4. Borststuk: onderzijde (mesosternum): midden voor voorcoaxae zonder doornachtig uitsteeksel [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♀︎, mesosternum midden voor voorcoxae zonder uitsteeksel

5. Achterpoot: coxa III met een, zelden [Klein 1999], ovaal groefje dat behaard is met met haren die geen kanaal vormen [Bitsch 2021]

Trypoxylon figulus ♀︎, Achterpoot: coxa III met ovaal groefje dat behaard is met met haren die geen kanaal vormen

6. Voorvleugel: submarginale cel met rechte of stompe uitwendige hoek [Bitsch 2021]

Trypoxylon figulus ♀︎, Voorvleugel: submarginale cel met rechte of stompe uitwendige hoek

ACHTERLIJF

1. Achterlijf: lengte tergum 1 duidelijk korter dan gecombineerde lengte terga 2 en 3 [Klein 1999],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991], verhouding lengte segment I tot lengte achterlijf 1,8-2,4 [Bitsch 2021]

Trypoxylon figulus ♀︎, Lengte tergum 1 duidelijk korter dan gecombineerde lengte terga 2 en 3


exemplaar voor foto identificatie gevangen op 03-vii-2021, lengte ±9mm

Trypoxylon figulus ♂︎
Trypoxylon figulus ♂︎
Trypoxylon figulus ♂︎
Trypoxylon figulus ♂︎
Trypoxylon figulus ♂︎

  1. Antenne met 13 segmenten [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]
Trypoxylon figulus ♂︎, antenne met dertien segmenten

2. Achterlijf met 7 segmenten [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, achterlijf met zeven segmenten

KOP

1. Antenne: lengte laatste antenne segment (13) is 2,2 tot 3,6x langer dan breed aan basis [Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991] (hier 3,4x)
2. Antenne: lengte laatste antenne segment (13) even lang als lengte segmenten 10, 11 en 12 gecombineerd [Bitsch 2021],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, laatste antenne segment 2,2-3,6x langer dan breed aan basis (hier ±3,4x)

3. Antenne: voorlaatste antenne segment 0,5-0,8x langer dan breed aan basis [Bitsch 2021],[Klein 1999],[Dollfuss 1991] (hier ±0,7x)

Trypoxylon figulus ♂︎, voorlaatste antenne segment 0,2-0,8x langer dan breed aan basis (hier ±0,7x)

4. Kop: voorhoofd (frons) zonder door lijsten begrensd schildachtig vlak [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, voorhoofd zonder door lijsten begrensd schildachtig vlak

5. Kop: afstand ogen op kruin (l1) ongeveer even groot als de afstand tussen de ogen ter hoogte van clypeus (l2) [Klein 1999],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991], verhouding tussen de lengtes is 0,9-1,0 [Bitsch 2021]

Trypoxylon figulus ♂︎, afstand tussen ogen op kruin (l1) ongeveer gelijk aan oog afstand ter hoogte clypeus (l2)

6. Kop: voorhoofd midden kiel zwak verhoogd boven antenne implanten, en profil geen duidelijke knik naar voorhoofd lijn [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, midden kiel zwak verhoogd boven antennen inplanten, en profil geen duidelijke knik naar voorhoofd lijn

7. Kop: occipitaallijst onder niet verbreed [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, occipitaallijst onder niet verbreed

BORSTSTUK

1. Borststuk: bovenzijde (mesonotum): matt [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, mesonotum mat

2. Thorax: pronotum achterrand zwart [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, pronotum achterrand zwart

3. Voorpoot: scheen (tibia) en tarsen zwart [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, voorschenen en tarsen zwart

4. Thorax: mesosternum voorrand zonder doornachtig uitsteeksel [Bitsch 2021],[Jacobs 2007],[Klein 1999],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, voorrand mesosternum zonder doornachtig uitsteeksl

5. Borststuk: zijde (mesopleuron): haren op midden mesopleuron langer dan doorsnede voorste ocelle [Klein 1999],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991]

Trypoxylon figulus ♂︎, haren op midden mesopleuron langer dan doorsnede voorste ocelle

4. Voorvleugel: submarginale cel met rechte of stompe uitwendige hoek [Bitsch 2021]

Trypoxylon figulus ♀︎, Voorvleugel: submarginale cel met rechte of stompe uitwendige hoek

ACHTERLIJF

1. Achterlijf: lengte tergum 1 duidelijk korter dan gecombineerde lengte terga 2 en 3 [Klein 1999],[Jacobs 2007],[Dollfuss 1991], verhouding tussen lengte tergum I en lengte achterlijf 1,8-2,4 [Bitsch 2021]

Trypoxylon figulus ♂︎, lengte tergum 1 korter dan gecombineerde lengte terga 2 en 3


Literatuur

Blösch 2000 Blösch, M., 2000. Die Grabwespen Deutschlands – Lebens‐weise, Verhalten, Verbreitung. 71. Teil. In Dahl, F.: Die Tierwelt Deutschlands. Begr.: 1925. – Keltern (Goecke & Evers). – 480 S. 341 Farbfotos. ISBN 3‐931374‐26‐2 (hardcover). DM 98,–. Zool. Reihe, 78: 353-353. https://doi.org/10.1002/mmnz.20020780208

Breugel 2014 Breugel, P. van., 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.

Coudrain et al. 2013 Coudrain, V., Herzog, F., & Entling, M. H., 2013. Effects of habitat fragmentation on abundance, larval food and parasitism of a spider-hunting wasp. PLoS One, 8(3), e59286.

Danks 1971 Danks, H.V., 1971. Biology of some stem‐nesting aculeate Hymenoptera. Transactions of the Royal Entomological Society of London, 122.11: 323-395.

Dollfuss 1991 Dollfuss, H., 1991. Bestimmungsschlüssel der Grabwespen Nord-und Zentraleuropas. Stapfia, 24, 1-247.

Fabian et al. 2014 Fabian, Y., Sandau, N., Bruggisser, O. T., Aebi, A., Kehrli, P., Rohr, R. P., ... & Bersier, L. F., 2014. Plant diversity in a nutshell: testing for small‐scale effects on trap nesting wild bees and wasps. Ecosphere, 5(2), 1-18.

Jacobs 2007 Jacobs, H.J., 2007. Die Grabwespen Deutschlands Ampulicidae. Sphecidae, Crabronidae–Bestimmungsschlüssel in Blank, SM & Taeger, A (Hrsg): Die Tierwelt Deutschlands und der angrenzenden Meeresteile nach ihren Merkmalen und nach ihrer Lebensweise, Hymenoptera III–Keltern, Goecke & Evers, 79: 1-207.

Klein 1999 Klein, W., 1999 De graafwespen van de Benelux: supplement. Jeugdbondsuitgeverij, 1-37. + Klein, W., 1996. De graafwespen van de Benelux. Jeugdbondsuitgeverij, 1-130.

Lomholdt 1984 Lomholdt, O., 1984. The Sphecidae (Hymenoptera) of Fennoscandia and Denmark. Fauna Entomologica Scandinavica, 4.1: 2.

Martynova & Fateryga 2015 Martynova, K. V., & Fateryga, A. V., 2015. Chrysidid wasps (Hymenoptera, Chrysididae)—Parasites of eumenine wasps (Hymenoptera, Vespidae: Eumeninae) in Crimea. Entomological Review, 95, 472-485.

Paern et al. 2015 Paern, M., Soon, V., Vallisoo, T., Hovi, K., & Luig, J., 2015. Host specificity of the tribe Chrysidini (Hymenoptera: Chrysididae) in Estonia ascertained with trap-nesting. European Journal of Entomology, 112(1), 91-99.

Parslow et al. 2020 Parslow, B. A., Schwarz, M. P., & Stevens, M. I., 2020. Review of the biology and host associations of the wasp genus Gasteruption (Evanioidea: Gasteruptiidae). Zoological Journal of the Linnean Society, 189(4), 1105-1122.

Paukkunen et al. 2015 Paukkunen, J., Berg, A., Soon, V., Ødegaard, F., & Rosa, P., 2015. An illustrated key to the cuckoo wasps (Hymenoptera, Chrysididae) of the Nordic and Baltic countries, with description of a new species. ZooKeys, (548), 1.

Peeters et al. 2004 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.

Piek 2013 Piek, T. (Ed.), 2013. Venoms of the Hymenoptera: biochemical, pharmacological and behavioural aspects. Elsevier.

Ruchin & Antropov 2019 Ruchin, A. & Antropov, A., 2019. Wasp fauna (Hymenoptera: Bethylidae, Chrysididae, Dryinidae, Tiphiidae, Mutillidae, Scoliidae, Pompilidae, Vespidae, Sphecidae, Crabronidae & Trigonalyidae) of Mordovia State Nature Reserve and its surroundings in Russia. Journal of Threatened Taxa. 11. 13195-13250. 10.11609/jott.4216.11.2.13195-13250.

Schwarz 2007 Schwarz, M., 2007. Revision der westpaläarktischen Arten der Gattung Hoplocryptus Thomson (Hymenoptera, Ichneumonidae). na.

Soortenregister Nederlands Soortenregister

van Achterberg 2013 van Achterberg, C., 2013. de nederlandse hongerwespen (hymenoptera: evanioidea: gasteruptiidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen, 39, 55-87.

Verves & Protsenko 2021 Verves, Y. G., & Protsenko, Y. V., 2021. New Data on Digger Wasps, Sceliphron curvatum (F. Smith, 1870) and Trypoxylon figulus Linnaeus, 1758 (Hymenoptera: Sphecidae) as hosts of Amobia oculata Robineau‒Desvoidy, 1830 (Diptera: Sarcophagidae) in Ukraine. Chief Editor Professor Khaled H. Abu-Elteen, 8(2), 118-120.

Waarneming.nl Waarneming.nl

Woydak 1996 Woydak, H., 1996. Hymenoptera Aculeata Westfalica Familia: Sphecidae (Grabwespen), 3-135.

Citatie

Krischan, O.R., 2025. Trypoxylon figulus. Kerfdier, www.kerfdier.nl. Geraadpleegd op 15 mei 2025.

2024/11/26: Additionele identificatie kenmerken toegevoegd