Ephialtes manifestator♀︎

Laatst bijgewerkt: 7 december 2024


Vrij zeldzaam

Soort Ephialtes manifestator
Genus EPHIALTES
Familie ICHNEUMONIDAE (Sluipwespen)



Ecologische rol Idiobionte endoparasitoïde
Activiteit
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec

Waarnemingen
2021-IX-032020-VI-212020-VI-202019-IX-212019-IX-202018-X-032015-IX-282015-IX-27
Maanden
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec
Jaren
20152018201920202021


Ephialtes manifestator ♀︎

1. VERSPREIDING

Ephialtes manifestator [Soortenregister] is een wat minder algemene sluipwesp die door heel Nederland voorkomt [Waarneming.nl]. In de tuin is het een vaste gast die elk jaar op de bijenhotels aanwezig is.

2. GEDRAG

2.1. VLIEGTIJD

De soort is actief van april tot november [Waarneming.nl].

2.2. ONTWIKKELING

De wesp is een parasiet op wespen, bijen [Fitton et al. 1988],[Matsumoto 2005],[MacIvor 2019],[Peeters et al. 2004] en kevers [Baumann 1927]

Het wijfje deponeert haar eitjes in de nesten van haar gastheer met behulp van de lange legboor. Met de legboor penetreert ze de nestplug waarmee de gastheer nesten zijn dichtgemaakt, of ze gebruikt scheuren in het materiaal waar het gastheer nest in zit, zie hier.

De larven van PIMPLINAE en dus ook E. manifestator zijn ectoparasieten [Gauld et al. 2002].

De larven ontwikkelen zich van de zomer tot aan de lente en verpoppen in april, of op z’n vroegst maart [Baumann 1927]. Nadat de pop de larve huid heeft afgeworpen begint de ovipositor zich gedurende ±1 – 1,5 uur te strekken [Baumann 1927]. De holte van de cel is verantwoordelijk voor de kromming van de ovipositor tot de definitieve vorm die de het achter de rug langs tot over het hoofd van de pop brengt [Baumann 1927].

Als het volwassen dier uit de pophuid sluipt wordt de ovipositor door bewegingen met de schachten uit de huid getrokken en geduwd. De naar voren staande haren op de schachten spelen een belangrijke rol bij het duwen [Baumann 1927].

Ephialtes manifestator ♀︎, behaarde ovipositor schachten

De schachten bestaan uit twee helften die over de legboor worden gevouwen en in elkaar gehaakt.

Ephialtes manifestator ♀︎, ovipositor (O) en schachten (S)

3. GASTHEER RELATIES

In de literatuur worden de volgende in Nederland [Soortenregister] voorkomende soorten genoemd:

Bijen
(APOIDAE)
Rosse metselbij (Osmia bicornis) [Peeters et al. 2004]
Gehoornde metselbij (Osmia cornuta) [Peeters et al. 2004]
Tronkenbij (Heriades truncorum) [Peeters et al. 2004]
Wespen
(HYMENOPTERA)
Passaloecus gracilis [MacIvor 2019]
Trypoxylon figulus [Fitton et al. 1988],[Matsumoto 2005],[MacIvor 2019]
Tabel 5-1: Gastheer soortrelaties in Nederland

4. IDENTIFICATIE

Er zijn in de sluipwespen PIMPLINAE sub-family een aantal genera die er hetzelfde uitzien en die op het oog lastig uit elkaar te houden zijn. Met name:

  • DOLICHOMITUS (komt niet op bijenhotels [Breugel 2014] )
  • SCAMBUS
  • TOWNESIA
  • PARAPERITHOUS (Tergiet 2 met sterk ingedeukte hoeken [Fitton et al. 1988])
  • LIOTRYPHON

Voornaamste onderscheid van deze soorten is de breedte van het gezicht, waarbij die van E. manifestator het breedst is.

Het is een middel-grote tot grote wesp [Fitton et al. 1988].

 

De kenmerken van de soort zijn [Fitton et al. 1988]:

1. Legboor: lengte > 3,6x lengte achter tibia

Ephialtes manifestator ♀︎, lengte ovipositor > 3.6x lengte achter tibia

2. Clypeus: breed, breder dan 1,7x hoogte van antenne basis naar onderrand clypeus

Ephialtes manifestator ♀︎, gezicht breed, breedte (w) > 1.7 x hoogte (h)

3. Oog: binnenrand lijn indeuking begint onder antennes

Ephialtes manifestator ♀︎, indeuking binnenlijn oog begint onder antenne

4. Kaak: lang, met twee tanden. Onderste tand 2x langer dan bovenste

Ephialtes manifestator ♀︎, lange mandibel en onderste mandibel tand 2x langer dan bovenste

Literatuur

Baumann 1927 Baumann, C., 1927. Beobachtungen über die Metamorphose der Schlupfwespen Coleocentrus exciitator Poda un Ephialtes manifestator L. Zeitschrift für Morphologie und Ökologie der Tiere, 9(1/2), 313-332.

Breugel 2014 Breugel, P. van., 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.

Fitton et al. 1988 Fitton, M. G., Shaw, M. R., & Gauld, I. D., 1988. Pimpline ichneumon-flies. Hymenoptera, Ichneumonidae (Pimplinae).

Gauld et al. 2002 Gauld, I. D., Wahl, D. B., & Broad, G. R., 2002. The suprageneric groups of the Pimplinae (Hymenoptera: Ichneumonidae): a cladistic re-evaluation and evolutionary biological study. Zoological Journal of the Linnean Society, 136(3), 421-485.

MacIvor 2019 MacIvor, J. S., 2019. Adult emergence order in a community of cavity-nesting bees and wasps, and their parasites. bioRxiv, 556456.

Matsumoto 2005 Matsumoto, R., 2005. A new host record of Ephialtes hokkaidonis Uchida (Hymenoptera: Ichneumonidae: Pimplinae) with a description of oviposition behavior. BULLETIN-OSAKA MUSEUM OF NATURAL HISTORY, 59, 41.

Peeters et al. 2004 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.

Soortenregister Nederlands Soortenregister

Waarneming.nl Waarneming.nl

Citatie

Krischan, O.R., 2025. Ephialtes manifestator. Kerfdier, www.kerfdier.nl. Geraadpleegd op 12 mei 2025.