1. VERSPREIDING
E. manifestator[1] is een wat minder algemene sluipwesp die door heel Nederland voorkomt [6]. In de tuin is het een vaste gast die elk jaar op de bijenhotels aanwezig is.
2. GEDRAG
2.1. VLIEGTIJD
De soort is aktief van april tot november [6].
2.2. ONTWIKKELING
De wesp is een parasiet op wespen, bijen [2,3,4,5] en kevers [8].
Het wijfje deponeert haar eitjes in de nesten van haar gastheer met behulp van de lange legboor. Met de legboor penetreert ze de nestplug waarmee de gastheer nesten zijn dichtgemaakt, of ze gebruikt scheuren in het materiaal waar het gastheer nest in zit, zie hier.
De larven van PIMPLINAE en dus ook E. manifestator zijn ectoparasieten [9].
De larven ontwikkelen zich van de zomer tot aan de lente en verpoppen in april, of op z’n vroegst maart [8]. Nadat de pop de larve huid heeft afgeworpen begint de ovipositor zich gedurende ±1 – 1,5 uur te strekken [8]. De holte van de cel is verantwoordelijk voor de kromming van de ovipositor tot de definitieve vorm die de het achter de rug langs tot over het hoofd van de pop brengt [8].
Als het volwassen dier uit de pophuid sluipt wordt de ovipositor door bewegingen met de schachten uit de huid getrokken en geduwd. De naar voren staande haren op de schachten spelen een belangrijke rol bij het duwen [8].
De schachten bestaan uit twee helften die over de legboor worden gevouwen en in elkaar gehaakt.
3. PARASITAIRE RELATIES
De volgende gastheren zijn waargenomen in de tuin:
Bijen (APOIDAE) | –Rosse metselbij (Osmia bicornis) [5] –Gehoornde metselbij (Osmia cornuta) [5] –Tronkenbij (Heriades truncorum) [5] |
Wespen (HYMENOPTERA) | –Passaloecus gracilis [4] –Trypoxylon figulus [2,3,4] |
4. IDENTIFICATIE
Er zijn in de sluipwespen PIMPLINAE sub-family een aantal genera die er hetzelfde uitzien en die op het oog lastig uit elkaar te houden zijn. Met name:
- DOLICHOMITUS (komt niet op bijenhotels [7] )
- SCAMBUS
- TOWNESIA
- PARAPERITHOUS (Tergiet 2 met sterk ingedeukte hoeken [2])
- LIOTRYPHON
Voornaamste onderscheid van deze soorten is de breedte van het gezicht, waarbij die van E. manifestator het breedst is.
Het is een middel-grote tot grote wesp [2].
De kenmerken van de soort zijn [2]:
1. lengte legboor > 3,6x lengte achter tibia
2. Clypeus breed, breder dan 1,7x hoogte van antenne basis naar onderrand clypeus
3. Binnen oogrand lijn indeuking begint onder antennes
4. Mandibels lang, met twee tanden. Onderste tand 2x langer dan bovenste
Literatuur
1 Nederlands Soortenregister2 FITTON, Michael Geoffrey, et al. Pimpline ichneumon-flies. Hymenoptera, Ichneumonidae (Pimplinae). Pimpline ichneumon-flies. Hymenoptera, Ichneumonidae (Pimplinae)., 1988, 7.1.
3 MATSUMOTO, Rikio. A new host record of Ephialtes hokkaidonis Uchida (Hymenoptera: Ichneumonidae: Pimplinae) with a description of oviposition behavior. BULLETIN-OSAKA MUSEUM OF NATURAL HISTORY, 2005, 59: 41.
4 MACIVOR, Scott. Adult emergence order in a community of cavity-nesting bees and wasps, and their parasites. bioRxiv, 2019, 556456.
5 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.
6 Waarneming.nl
7 Breugel, P. van 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.
8 BAUMANN, Carl. BEOBACHTUNGEN ÜBER DIE METAMORPHOSE DER SCHLUPFWESPEN COLEOCENTRUS EXCITATOR PODA UND EPHIALTES MANIFESTATOR L. Zeitschrift für Morphologie und Ökologie der Tiere, 1927, 9.1/2: 313-332.
9 GAULD, Ian D.; WAHL, David B.; BROAD, Gavin R. The suprageneric groups of the Pimplinae (Hymenoptera: Ichneumonidae): a cladistic re-evaluation and evolutionary biological study. Zoological Journal of the Linnean Society, 2002, 136.3: 421-485.