Een kever uit de Boktorren familie (Cerambycidae), de Gewone bloesemboktor (Grammoptera ruficornis) [1,2].
1. VERSPREIDING
Dit is een van de algemeenste boktorren van Nederland [3]. In de tuin is de kever ook elk jaar in grote aantallen aanwezig, en is daarmee een van de vaste bewoners.
2. GEDRAG
De kever is in het voorjaar en zomer in grote aantallen te vinden op de bloesem van Vuurdoorn (Pyracantha) waar het zich te goed doet aan pollen en nectar. Op warme dagen is er zelfs sprake van zwermen die zich rond de bloesem ophouden.
Zoals zoveel boktorren nestelt deze ook in dood hout, om precies te zijn onder de schors dode twijgen, takken en stammen in Loofbomen en struiken. De cyclus duurt waarschijnlijk een jaar en de verpopping vindt plaats in het voorjaar in het spinthout [1].
De larven bevinden zich centraal in de takken waar ze zich voeden en later een pop cel creëren die loodrecht op de tak as staat. The pop cel komt direct onder de schors uit zonder dat die is afgesloten zoals dat bij andere boktorren gebruikelijk is [3].
De kever kent een groot aantal waardplanten en broedbomen [1,3] waarvan er een boel in de tuin of in de directe omgeving staan:
Plant | Aanwezig |
Esdoorn (Acer) | omgeving |
Els (Alnus) | omgeving |
Berberis | ? |
Haagbeuk (Carpinus) | omgeving |
Hazelaar (Corylus) | tuin |
Meidoorn (Crataegus) | – |
Kardinaalsmuts (Euonymus) | – |
Es (Fraxinus) | omgeving |
Klimop (Hedera) | tuin |
Walnoot (Juglans) | – |
Appel (Malus) | tuin |
Populier (Populus) | omgeving |
Prunus | – |
Eik (Quercus) | omgeving |
Ribes | tuin |
Acacia (Robinia) | – |
Vuilboom (Rhamnus) | ? |
Wilg (Salix) | – |
Brem (Sarothamnus) | tuin |
Linde (Tilia) | omgeving |
Iep (Ulmus) | – |
3. HERKENNING
De kever is 3-7 mm lang.
De volgende karakteristieken leiden tot identificatie [1]:
Genus
- Antenne segmenten III + IV zijn samen langer dan V
- Ogen dicht tegen de kaak basis, wangen heel kort
- 3e segment achterpoot niet breder dan segment I en II
Soort
- 2e antenne segment twee keer langer dan breed
- Pronotum en elytra (dekvleugels) zwart
- Voorpoten bijna geheel geel-bruin of zwart
- Midden en achterpoten vaak zwart met oranje op de femora (dij) basis
- Antennes geel-bruin en zwart
- Antennes met gemiddelde lengte (niet langer dan elytra)
Vrouwtje [2]
- Langer en breder dan mannetje
- Lichaamslijn parallel naar achterlijfspunt
Mannetje [2]
- Korter en dunner dan vrouwtje
- Lichaamslijn zwak convergerend naar achterlijfspunt
Literatuur
1 Bense, Ulrich, "Bockkäfer : illustrierter Schlüssel zu den Cerambyciden und Vesperiden Europas" = Longhorn beetles / Ulrich Bense. - Weikersheim : Margraf, 19952 Cerambycidae, Longhorn beetles (Cerambycidae, Coleoptera) of the West Palaearctic region presented by Michal Hoskovec, Petr Jelínek and Martin Rejzek
3 Nederlands Soortenregister