laatst bijgewerkt: 28/10/2015
In deze vorige post beschreef ik de vondst van een rups-achtige in de Brede lathyrus plant. Het was alleen niet mogelijk om te bepalen of het nu een rups betrof, de larve van een vlinder, of een bastaardrups, de larve van een bladwesp.
Determinatie van dit diertje, of in ieder geval zijn familie vaststellen, kan, behalve door de rups uit zijn hol jagen, ook gebeuren obv van het kopschildje dat in het web hing. Ik heb het kopschildje weten te bemachtigen en op basis daarvan bepaald dat het een rups is.
Het verschil is te bepalen aan de hand van de groeven op het kopschild, de zogenaamde suturen of naden. Verschillende insecten families en soorten hebben verschillende vormen. Rupsen, hebben uitgesproken omgekeerde Y of V vormige frontale suturen op hun aangezicht. Bij bastaardrupsen zijn de frontale suturen niet of weinig nadrukkelijk; ze hebben een hele gladde kop.
Hieronder een vergelijking forntale sutuur van de bladwesp bastaardrups en vlinder rups.
Boven: vooraanzicht rups kopschild met ∧-vormige frontale sutuur, (rechts rode V)
Onder links: Vlinder rups (5e instar) Tijgerblauwtje (Lampides boeticus), kopaanzicht met ∧-vormige frontale sutuur
Onder rechts: Bladwesp bastaardrups (Xenapates braunsi), kopaanzicht met minder geprononceerde ∩-vormige frontal sutuur ¹
De suturen ontstaan bij het groeien en zijn de naden waar de segmenten van de schedel aan elkaar groeien. Een mensenschedel heeft ze ook, de fontanel is een bekend onderdeel waar een aantal van die naden bij elkaar komen. In dit geval zijn het de ruimtes tussen de botten die de schedel vormen en helpen om de schedel bij geboorte klein te maken en daarna om de hersens in de schedel te laten groeien en in volume te laten toenemen.
Bij insecten hebben de suturen een andere funktie, het zijn de breuklijnen bij het vervellingsproces. De lijnen worden zichtbaar vanaf de derde instar (vervelling) en groeien tot aan de laatste instar ². Bij de onderstaande 1e instar van het Tijgerblauwtje is de frontale sutuur niet ontwikkeld en niet zichtbaar.
Bij de 5e en laatste instar is de frontale sutuur duidelijk zichtbaar.
Met name bij de laatste instar breken de kopschilden op deze lijnen, eerdere instars kunnen ook vervellen zonder breuk ² ³.
De rups die dus nu in de Lathyrus plant zit is dus een derde of vierde instar…
Lees meer hier over de verschillen tussen rupsen en bastaardrupsen.
Referenties
³ Ripley, Lewis Bradford, 1924. “The external morphology and postembryology of noctuid larvae”
Literatuur
1 Nederlands Soortenregister