Een vaste bewoner van de tuin, het Citroenlieveheersbeestje (Psyllobora vigintiduopunctata) [Soortenregister],[Cuppen et al. 2015].
1. VERSPREIDING
Het is een vrij algemene soort, zowel in Nederland als Europa, en komt eigenlijk overal voor waar meeldauw is.
Elk jaar is het in grote hoeveelheden vertegenwoordigd in de tuin.
2. GEDRAG
Deze beestjes zijn erg klein en je ziet ze makkelijk over het hoofd als je niet rustig voor een plant gaat zitten en deze goed bekijkt. Ze zijn te vinden op meeldauw plekken, zowel op boven- als onderkant en daarnaast zitten ze een beetje verstopt in oksels van blaadjes of waar blaadjes elkaar kruisen, veelal aan de onderzijde van een blad.
In de wirwar van plantenstengels waar bovenstaande exemplaar zat waren nog tien andere exemplaren, die pas opvielen werden na langere observatie geknield voor de plant.
Als ze verstoort worden trekken ze de pootjes en sprieten in en zakken in op de ondergrond, zodat er een gepantserd heuveltje ontstaat. Dit is ook de reaktie op flitslicht, maar na verloop van tijd wennen ze en gaan ze toch bewegen.
In de tuin zitten de beestjes vooral op Late guldenroede (Solidago gigantea) omdat die plant erg gevoelig is voor meeldauw op de bladeren, de schimmel die door zowel de volwassen als larven wordt gegeten. Best wel bijzonder daar de meesten uit de lieveheersbeestjes familie bladluizen eten. Het Meeldauw lieveheersbeestje (Halyzia sedecimguttata) is een andere soort die ook van de schimmel leeft.
Er zijn verschillende soorten meeldauw, en ik vermoed dat dit Echte meeldauw (Erysiphe graminis) is daar het op de bovenkant van het blad groeit.
3. HERKENNING
Het is een eenvoudig herkenbare soort door de citroengele kleur, het kleine formaat en het groot aantal stippen. De kleur van het nekschild variëren van geel naar bleekgeel.
Het zijn hele kleine diertjes, ongeveer 3 – 4,5mm, dus je kijkt er makkelijk overheen.
Deze soort heeft, zoals de Latijnse naam al aangeeft, tweeëntwintig stippen. Dat zijn de stippen op de dekschilden want op het halsschild zitten er ook nog 5. De stippen zijn altijd rond van vorm.
Mannetjes en vrouwtjes zijn mogelijk te onderscheiden aan de kop:
- mannetje: geen of twee kleine stippen op de kop
- vrouwtje: twee of meer stippen of geheel zwarte kop
In de foto met het parende stelletje hieronder en op de kop van dit artikel is dit niet duidelijk te zien, wel heeft het mannetje een bleekgeel nekschild.
3.1. TE VERWARREN SOORTEN
Het Veertienstippelig lieveheersbeestje, of Schaakbordlieveheersbeestje (Propylea quatuordecimpunctata), is een ander geel met zwarte stippen lieveheersbeestje. Echter bij deze soort zijn de stippen duidelijk vierkant of geblokt.
3.2. LARVEN
Ook de larven zijn geel met zwarte vlekken en goed herkenbaar.
Literatuur
Cuppen et al. 2015 Cuppen, J.G.M., Kalkman, V.J., Tacoma G.A., & Heijerman, Th., 2015. Veldklapper Lieveheersbeestjes. - EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden, Nederlandse Entomologische Vereniging & Waarneming.nl, LeidenSoortenregister Nederlands Soortenregister