Officiële naam:
Synoniemen:
1. VERSPREIDING
Het is een algemeen voorkomende soort in heel Nederland [Peeters et al. 2004].
2. GEDRAG
2.1. ACTIVITEIT
De soort is actief van mei tot oktober [Peeters et al. 2004].
2.2. ONTWIKKELING
De naam van de familie is afgeleid van de verdikte voorpoten van de mannetjes. Hierin zitten transparante groeven die licht doorlaten wat mogelijk een rol speelt bij de paring. Het mannetje houdt dan de zeefjes over de ogen van het vrouwtje [Peeters et al. 2004],4].
De mannetjes willen nog wel eens slapen in een bijenhotel, de vrouwtjes komen niet naar bijenhotels en nestelen in de grond [Breugel 2014]. bij voorkeur in zandbodem [Peeters et al. 2004].
3. PROOI RELATIES
C. peltarius vangt vliegen uit de volgende families [Peeters et al. 2004] :
Vliegen (DIPTERA) | – Calliphoridae – Dolichopodidae – Muscidae – Stratiomyidae – Therevidae |
4. HERKENNING
Er komen in Nederland drie soorten Zeefwespen voor. De mannetjes zijn direct herkenbaar aan de schildvormige uitgroeisels op de voorpoten.
De mannetjes zijn 9 – 13mm en de vrouwtjes 10 – 13 mm groot.
Genus
1. Voorvleugel met één submarginaal cel [Dollfuss 1991],[Klein 1999]
2. Binnenrand ogen naar onderen convergerend [Dollfuss 1991]
3. Ocellen vormen stompe driehoek [Dollfuss 1991]
4. Achterlijf bij de meeste soorten met geel [Dollfuss 1991],[Klein 1999]
♀
- Afstand tussen achter ocellen bijna gelijk aan afstand tot ogen
- Mesonotum (bovenkant thorax) min of meer glanzend tussen punctering
- Schenen geel met donker vlekken
- Afstaande haren achter ocellen niet langer dan doorsnede achtersste ocellen
- Clypeus zonder recht en zonder tanden
- Tergiet V bijna altijd met gele tekening
- Vertex (bovenkand kop) dicht gepuncteerd
- Antenne segment III duidelijk langer dan segment IV
- Tergiet I met gele vlekken
♂
1. Mesonotum gepuncteerd, zonder lengte groeven [Dollfuss 1991]
2. Antenne segmenten plat [Dollfuss 1991] en sterk verbreed, middelste segmenten bijna 2x breed als lang [Dollfuss 1991],[Klein 1999]
3. Onderzijde antenne segmenten met lange beharing [Dollfuss 1991]
3. Schild voorpoot, de “zeef”, herkenbaar aan de streepjes (bovenhelft) en stippen (onder helft) [Dollfuss 1991,[Klein 1999] en is asymmetrisch van vorm [Dollfuss 1991].
4. Tars segmenten voorpoot sterk vergroot [Dollfuss 1991]
5. Eerste achterlijf tergiet en antenneschacht meestal met geel [Klein 1999]
6. Frons sterk gepuncteerd met onduidelijke lengte groefjes [Dollfuss 1991]
7. Mesopleuron (zijkant thorax) verspreid gepuncteerd [Dollfuss 1991]
8. Voorscheen met lange doorn [Dollfuss 1991]
9. Haren op eerste antenne segment niet langer dan doorsnede ocelli [Dollfuss 1991]
10. Voorcoxae met doorn [Dollfuss 1991]
Literatuur
Breugel 2014 Breugel, P. van., 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.Dollfuss 1991 Dollfuss, H., 1991. Bestimmungsschlüssel der Grabwespen Nord-und Zentraleuropas. Stapfia, 24, 1-247.
Klein 1999 Klein, W., 1999 De graafwespen van de Benelux: supplement. Jeugdbondsuitgeverij, 1-37. + Klein, W., 1996. De graafwespen van de Benelux. Jeugdbondsuitgeverij, 1-130.
Peeters et al. 2004 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.
Citatie
Krischan, O.R., 2025. Crabro peltarius. Kerfdier, www.kerfdier.nl. Geraadpleegd op 17 mei 2025.
Foto's kenmerken mannetje toegevoegd