Bijenhotel

Anthrax anthrax (Muurrouwzwever)♀︎♂︎

Laatst bijgewerkt: 7 december 2024


Vrij zeldzaam

Soort Muurrouwzwever (Anthrax anthrax)
Genus ANTHRAX
Familie BOMBYLIIDAE (Wolzwevers)



Ecologische rol Idiobionte ectoparasitoïde
Activiteit
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec

Waarnemingen
2020-V-252019-VI-082019-VI-012019-V-312019-V-242016-VI-08
Maanden
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec
Jaren
201620192020


De bijen die in het bijenhotel nestelen trekken ook gasten aan die het op de bijen larven gemunt hebben zoals deze vlieg, de Muurrouwzwever (Anthrax anthrax) [Soortenregister],[Smit 2016].
Een fraai zwart insect met mooie grijstinten en witte accenten.

Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax)
Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax)

BOMBYLIIDAE

De vlieg komt uit de familie van Wolzwevers (Bombyliidae), een familie waarvan de meeste leden ectoparasitoïden zijn [Yeates & Greathead 1997]. In tegenstelling tot A. anthrax lijkt een typische wolzwever lijkt meer op een hommeltje met een hele lange snuit.

Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax)

1. VERSPREIDING

A. anthrax is een algemene soort in Nederland. In de tuin komt de soort regelmatig in kleine aantallen, 1 tot 3, op de bijen hotels af.

2. GEDRAG

2.1. VLIEGTIJD

De soort is aanwezig van eind april tot begin september met een piek in mei en juni.

2.2. ONTWIKKELING

Bombyliidae en dus ook Anthrax zijn ovipaar wat wil zeggen dat ze eieren leggen die buiten de moeder uitkomen.

The evolutionary pattern of host use in the Bombyliidae (Diptera): a diverse family of parasitoid flies – Scientific Figure on ResearchGate. Available from: https://www.researchgate.net/figure/Generalized-life-history-of-a-parasitoid-bee-fly_fig1_229684494 [accessed 1 Jun, 2019]

Bijenhotel

Het vrouwtje is regelmatig te vinden op bijenhotels, met name op warme dagen. Zij wordt aangetrokken door de vorm van zwarte schijven op een anders gekleurde achtergrond [Stanisavljevic 2005].
De soorten in het genus Anthrax zijn namelijk alle ectoparasieten op holometabole insecten die gebruik maken van buisvormige nesten [Marston 1970], binnen de volgende ordes [Yeates & Greathead 1997]:

  • Apoidae (bijen)
  • Coleoptera (kevers)
  • Hymenoptera (wespen)
  • Neuroptera (netvleugeligen)

Het vrouwtje zweeft als een gluiperige zwarte schim geruisloos en vertraagd langs het hotel op zoek naar bezette gaten waar ze een eitje in katapulteert.

Ovipositie

Wolzwevers zijn parasitair. De vrouwtjes hebben een complexe ovipositie strategie ontwikkeld waarbij het lichaam is aangepast met een zandkamer [Yeates 1994], een opening aan de onderzijde van het achterlijf waarin deeltjes van de grond, zoals zand, worden gestopt. Met krachtige beweging van de tergieten VIII, IX en X veegt ze deeltjes van de grond in de zandkamer om die op te laden [Yeates 1994]. De eieren worden bedekt met een substantie via speciale klieren en worden via de eileider in de geladen zandkamer gedeponeerd waar ze bedekt worden met de deeltjes [Yeates 1994].

Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), zandkamer ladend

Het vrouwtje legt de eitjes in open cellen van haar host tijdens de verzamel fase, als de host niet aanwezig is [Seidelmann 2006]. Het A. anthrax vrouwtje landt naast het doelnest om het te inspecteren. Daarna zal het opstijgen en voor de opening blijven zweven op ongeveer constante afstand van de opening en dan één eitje, heel soms twee eitjes, erin katapulteren [Wijngaard 2012] met het flexibele achterste deel van haar lichaam [Stanisavljevic 2005].

Anthrax anthrax ovipositionerend. Door Wopke wijngaard – Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=47296548

De ei productie van Bombyliius soorten is vaak buitengewoon hoog. Van A. anthrax lijken nog geen gegevens beschikbaar maar van andere soorten binnen het genus produceert A. limulates zo’n 1000 eitjes per dag [Yeates & Greathead 1997] en van A. tigrinus wordt geschat dat ze in staat is 2000-3000 eitjes te leggen [Gerling & Hermann 1976].

De ontwikkeling en het gedrag van de eerste instar larve, de planidium, de andere instars en de pop is uitvoerig beschreven voor A. limulaus [Marston 1962] en in mindere mate voor A. tigrinus [Gerling & Hermann 1976], . De volgende secties geven een samenvatting hiervan om een een indruk te geven voor het mogelijke gedrag van die van A. anthrax.

Planidium (1e instar)

De planidium kruipt uit het ei en zal op zoek gaan naar de bijenlarve. Het is onduidelijk of de mobiele planidium ook tussen de cellen in het bijennest kan bewegen en de gemetselde tussenschotten kan omzeilen [Stanisavljevic 2005].
De larve beweegt zich voort als een rups, is snel en stopt zelden. Als het de broedcel heeft bereikt zal het daar blijven rondkruipen. Als de gastheer voor het eerst vervelt zal de planidium zich erop vasthechten en spaarzaam voeden. Na ongeveer 20 dagen verpopt de gastheer, waarop de planidium vervelt naar de 2e instar en hecht zich met de kaken vast in de pop [Marston 1962].

Larven (2e– 3e instars)

De larven zijn hypermetamorf, wat wil zeggen dat ze meer dan één gedaanteverwisseling ondergaan. De vorm van de tweede en derde instars is volledig anders dan de eerste instar en lijkt meer op een keverlarve. Deze instars zijn langzaam en bewegen niet veel anders dan herpositionering op de gastheer [Marston 1962]. De tweede instar groeit snel met ongeveer 0,5mm per dag en zal na ongeveer 7 dagen vervellen naar de derde instar. De derde instar groeit met een tempo van 2,5mm per dag. De larve zal 7 dagen voor verpoppen recht beginnen te trekken om daarna te verpoppen.

Pop

Na gemiddeld ongeveer 4 dagen verpopt de derde instar. Het pop stadium duurt gemiddeld 24 dagen [Marston 1962]. De pop wordt gekenmerkt door een kam op de kop waarmee het door de modder tussenschotten die de cellen scheiden heen kan breken om zo de uitgang te bereiken [Stanisavljevic 2005]. Bij deze migratie naar de uitgang verpletterd de pop alle gastheer cocons die zich nog in het larven stadium bevinden in de cellen waar het doorheen beweegt, en veroorzaakt zo een hoog sterftecijfer binnen de gastheer populatie [Stanisavljevic 2005].

De pop stopt als de uitgang is bereikt en het door de laatste barrière is gebroken. Daarna breekt de pop open en komt de vlieg eruit. De pop huid blijft vaak in de uitgang van de cel hangen nadat de vlieg eruit is gekomen.

Muurrouwzwever (Anthrax anthrax), lege pop in nest opening Osmia bicornis
Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax) net uitgeslopen

Op onderstaande foto is te zien dat twee poppen in dezelfde nestgang zijn uitgekomen.

Muurrouwzwever (Anthrax anthrax), twee pophuiden in dezelfde nestgang

En ook hieronder zijn er twee vliegen uit hetzelfde gat gekropen, waarbij er aan één nog een stuk bijencocon zat.

Muurrouwzwever (Anthrax anthrax), lege pophuiden en een stuk bijencocon

Imago (Volwassen)

De imago kruipt uit de pop en zal niet ver van de pop rusten voor het uithardingsproces. Wanneer een imago gespot wordt die net is uitgeslopen is het vaak niet moeilijk om de cel te vinden waar die uitkwam op basis van de lege pop huid die in of uit het gat hangt.
Ongeveer 2 minuten na uitkruipen zijn de vleugels uitgevouwen [Marston 1962].
Op basis van eigen observaties zal de vlieg na ongeveer 15 – 20 minuten zijn darmen legen in de vorm van één of meer licht grijze dikke druppels.

Enige tijd hierna kan de vlieg zich lopend verplaatsen over het oppervlak in de karakteristieke langzame manier van bewegen. Na ongeveer twee uur is de vlieg volledig uitgehard [Marston 1962].

Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax) net uitgekomen en darmen geleegd

2.3. VOEDSEL

Volwassen Bombyliidae drinken nectar, en de vrouwtjes eten daarbij ook pollen ten behoeve van de ei productie [Yeates 1994]. De onderfamilie Anthricinae waartoe het genus Anthrax behoord wordt in mindere mate op bloemen waargenomen [Marston 1970],[Marston 1962] en kent specialisatie op specifieke bloemen [El-Moursy et al. 1999].

3. HERKENNING

3.1. POP

De pop van deze en de meeste andere Bombyliidae soorten is te herkennen aan karakteristieke haren en stekels op hoofd, thorax en abdomen. De kam die gebruikt wordt voor het uitbreken bestaat uit een reeks stevige punten op het labrum, de lip, van de pop. 

Muurrouwzwever (Anthrax anthrax), lege pop huid met kam
Muurrouwzwever (Anthrax anthrax), kam op kop pop
Muurrouwzwever (Anthrax anthrax), kam op labrum pop (leeg)
Muurrouwzwever (Anthrax anthrax), lange haakvormige thorax haren

Daarnaast heeft de pop met name op de thorax een hoeveelheid lange haren waarvan de punt eindigt in een haak, die gebruikt worden om zich te verankeren tijdens het verlaten van de uitgang [Gerling & Hermann 1976]. Zonder verankering kan de pop niet uitkomen [Marston 1962].

3.2. VOLWASSEN

De vlieg is 7 – 13 mm groot [Smit 2016].

Mannetje

Muurrouwzwever ♂︎ (Anthrax anthrax)
Mannetje Anthrax anthrax heeft gedraaide tergieten VIII en IX ( IX niet op de foto te zien )

Vrouwtje

Muurrouwzwever (Anthrax anthrax) net uitgekomen en darmen geleegd

Bij het vrouwtje zijn de tergieten VIII – X niet gedraaid.

Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), genitalen (zandkamer niet zichtbaar, zelfde exemplaar als foto hierboven: net uitgekomen en nog niet uitgekleurd)
Foto 1: Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), genitaliën
Foto 2: Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), genitaliën
Foto 3: Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), genitaliën
Foto 4: Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), genitalen (specimen net uitgekomen en nog niet uitgekleurd)

Foto’s 1 – 3 zijn achter elkaar genomen en laten zien dat de genitaliën naar buiten kunnen bewegen. Foto 4 is van een ander exemplaar dat recent was uitgekomen en zat te drogen. Duidelijk is te zien dat de hele genitale sectie van tergieten VIII – X naar buiten steekt. Mogelijk dat de sectie inzakt nadat het uitgekomen dier is uitgehard.

Zandkamer

De zandkamer is een structuur die wordt gevormd door de verlengde zijkanten van tergiet VIII en de invaginatie en verticale positionering van zowel tergiet en sterniet VIII [Yeates 1994].  Tergiet VIII vormt de bovenkant en zijkant van de kamer en heeft op de achterzijde een borstel van lange haren [Yeates 1994].

Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), zandkamer zijaanzicht (S: sterniet, T: tergiet)
Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), zandkamer zijaanzicht
Muurrouwzwever ♀︎ (Anthrax anthrax), zandkamer opening

4. PARASIET

A. anthrax is een parasiet op de volgende soorten in de tuin:

  • Osmia cornuta [Stanisavljevic 2005]
  • Osmia bicornis [Stanisavljevic 2005]

Literatuur

El-Moursy et al. 1999 El-Moursy, A., Gilbert, F., Zalat, S., & El-Hawagry, M., 1999. Foraging behaviour of anthracine flies (Diptera: Bombyliidae) in southern Sinai, Egypt. Egyptian Journal of Biology, 1, 87-95.

Gerling & Hermann 1976 Gerling, D., & Hermann, H., 1976. The oviposition and life cycle of Anthrax tigrinus,[Dipt.: Bombyliidae] a parasite of carpenter bees [Hym.: Xylocopidae]. Entomophaga, 21(3), 227-233.

Marston 1962 Marston, N. L., 1962. A monograph of the nearctic species of the Albofasciatus group of the genus Anthrax scopoli (Diptera: Bombyliidae).

Marston 1970 Marston, N. L., 1970. Revision of New World species of Anthrax (Diptera: Bombyliidae), other than the Anthrax albofasciatus group. Smithsonian Contributions to Zoology, 1970.

Seidelmann 2006 Seidelmann, K., 2006. Open-cell parasitism shapes maternal investment patterns in the Red Mason bee Osmia rufa. Behavioral Ecology, 17(5), 839-848.

Smit 2016 Smit, J.T., 2016. Soortzoeker wolzwevers van de Benelux. Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden, Leiden.

Soortenregister Nederlands Soortenregister

Stanisavljevic 2005 Stanisavljevic, L., 2005. The accompanying fauna of Osmia cornuta and Osmia rufa and effective measures of protection. Bulletin of Insectology, 58(2), 141-152.

Wijngaard 2012 Wijngaard, W., 2012. Control of hovering flight during oviposition by two species of Bombyliidae. In Proceedings of the Netherlands Entomological Society Meeting (Vol. 23, pp. 9-20).

Yeates 1994 Yeates, D. K., 1994. The cladistics and classification of the Bombyliidae (Diptera: Asiloidea). Bulletin of the American Museum of Natural History. 219. 1-191.

Yeates & Greathead 1997 Yeates, D. K., & Greathead, D., 1997. The evolutionary pattern of host use in the Bombyliidae (Diptera): a diverse family of parasitoid flies. Biological Journal of the Linnean Society, 60(2), 149-185.

Citatie

Krischan, O.R., 2025. Anthrax anthrax. Kerfdier, www.kerfdier.nl. Geraadpleegd op 23 mei 2025.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *