Elke waterbron in de tuin oefent een aantrekkingskracht uit op veel van de nestbouwende wespen die de vloeistof gebruiken bij de constructie van het nest. Graafwespen (Spheciformes) en Leemwespen (Eumeninae) maken verzamelde modder voor de constructie van tussenwandjes en nestafsluitingen mee zachter ^{[Spradbery 1973], [eigen waarneming]}. Metselende Spinnendoders (Pompilidae) gebruiken het vocht ook om verzamelde modder kneedbaar te maken, wat al begint bij de vindplaats van het bouwmateriaal zodat het makkelijk in een bal gevormd kan worden voor transport naar het nest in constructie ^{[eigen waarneming]}. Deze solitaire wespen verzorgen hun broed niet, maar van sociale plooivleugelwespen, die dat wel doen, is bekend dat het verzamelen van vloeistoffen toeneemt wanneer de broedcellen met larven gevuld zijn ^{[Spradbery 1973], [Matsuura 1990]}. Uit deze laatste groep zijn bij ons in de tuin met name Franse veldwespen (Polistes dominulus] zeer frequente verzamelaars van water.

Het bezoeken van sommige waterbronnen is echter niet zonder risico’s; een windvlaag of een plots verlies van balans of grip kan voldoende zijn om het insect in het water te doen belanden. Dat overkwam dit muurwesp vrouwtje Ancistrocerus gazella ^{[Nederlands soortenregister],[Gereys 2016]} dat ik redde uit een met water gevulde vaas waarin het lag te spartelen.

Literatuur