De vrouwtjes van de Grote klolkjesbij (Chelostoma rapunculi) [1] maken flink gebruik van de van de bijenhotels waarin ze hun nestjes bouwen.
Elk jaar nemen de aantallen toe, met een voorlopige piek in 2020 toen er zeer veel exemplaren actief waren.
De nestgangen worden afgesloten met door steentjes versterkt zand waarbij nectar en mogelijk speeksel gebruikt worden als lijm tussen de componenten [2].
Literatuur
1 Nederlands Soortenregister2 Breugel, P. van 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.