Gelis bicolor♀︎

Laatst bijgewerkt: 30 november 2024


Algemeen

Soort Gelis bicolor
Genus GELIS
Familie ICHNEUMONIDAE (Sluipwespen)



Ecologische rol Idiobionte ectoparasitoïde
Activiteit
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec

Waarnemingen
2021-II-202021-II-152021-II-102021-II-09
Maanden
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec
Jaren
2021


Officiële naam

Synoniemen

Gelis bicolor [Soortenregister]

Ichneumon bicolor

zie meer op: www.gbif.org

Gelis bicolor ♀︎

INHOUD

1. Verspreiding
2. Gedrag
3. Plant relaties
4. Parasitaire relaties
5. Herkenning

1. VERSPREIDING

De sluipwesp Gelis bicolor is een algemene wesp in Nederland [Waarneming.nl].

2. GEDRAG

2.1. ACTIVITEIT

De vrouwtjes kunnen het hele jaar door gevonden worden en overwinteren als volwassenen [Schwarz 1998].

2.2. ONTWIKKELING

De soort ontwikkelt zich in eierzakken van spinnen en is een idiobionte ectoparasitoïde [Schwarz 1998]. In de regel ontwikkelt zich één wesp per eierzak [Schwarz 1998] en zal de larve de hele zak leeg eten [Finch 2005].

3. VOEDSELPLANTEN

De volwassen wespen voeden zich ook met nectar en honingdauw [Schwarz 1998]. Bloembezoek is slechts onder bepaalde weersomstandigheden waargenomen, zoals bij motregen of zwoel weer, en is waarschijnlijk ondergeschikt aan het oplikken van honingdauw en vocht van bladeren [Schwarz 1998]. Mogelijk eten ze ook stuifmeelkorrels die vast geplakt zitten op de plakkerige oppervlakken van harige bladeren [Schwarz 1998].

In de literatuur worden de volgende planten soorten en groepen genoemd in de context van het oplikken van voedsel en vocht, en mogelijk stuifmeel:

Berkenfamilie
(Betulaceae)
Corylus avellana (Hazelaar) [Schwarz 1998]
Alnus alnobetula (Groene els) [Schwarz 1998]
Brandnetelfamilie
(Urticaceae)
Urtica dioica (Grote brandnetel) [Schwarz 1998]
Tabel 3.2-1: Voedselplanten in Nederland

4. PARASITAIRE RELATIES

De soort parasiteert de eizakken van spinnen als voedsel voor haar kroost [Schwarz 1998],[Finch 2005].
In de literatuur worden de volgende in Nederland [Soortenregister] voorkomende soorten genoemd:

Spinnen
(Araneae)
Dictynidae (Kaardespinnen)
Dictyna
Dictyna sp. [Schwarz & Shaw 1999]

Linyphiidae (Hangmatspinnen)
Floronia
Floronia bucculenta [Finch 2005]

Mimetidae (Spinneneters)
Ero
– Gevorkte spinneneter (Ero cf. furcata) [Finch 2005]

Theridiidae (Kogelspinnen)
Paidiscura
– Kleine boskogelspin (Paidiscura pallens) [Schwarz & Shaw 1999]
Tabel 5-1: Parasitaire soortrelaties in Nederland

Parasitaire soorten buiten Nederland:

Tabel 5-2: Parasitaire soortrelaties buiten Nederland

5. HERKENNING

Lengte: 2,2 – 4,0 mm

Vrouwtjes zijn apteer [Finch 2005].
Mannetjes zijn brachypteer of macropteer [Finch 2005].

Genus

Het genus Gelis is te herkennen aan:

1.  Terga 2 en 3: volledig gescheiden, of slecht gedeeltelijk of onduidelijk versmolten [Schwarz 1995]

Gelis bicolor ♀︎, Gelis: terga 2 en 3 volledig gescheiden

2. Tergum 1: met of zonder dorsaal laterale lijsten [Schwarz 1995]

Gelis bicolor ♀︎, Gelis: tergum 1 met dorsaal lateraal lijsten

3. Tergum 1: niet of zelden apicaal gestreept [Schwarz 1995]

Gelis bicolor ♀︎, Gelis: tergum 1 apicaal niet gestreept

4. Tergum 1: als apicaal gestreept dan laterotergiet van 2e achterlijfssegment gescheiden en breed [Schwarz 1995] (Hier niet het geval)

Gelis bicolor ♀︎, Gelis: laterotergiet achterlijfssegment 2 niet gescheiden van tergum
Gelis bicolor ♀︎, Gelis: laterotergiet achterlijfssegment 2 niet gescheiden van terum


Gelis bicolor ♀︎
Gelis bicolor ♀︎
Gelis bicolor ♀︎
Gelis bicolor ♀︎
Gelis bicolor ♀︎, propodeum
Gelis bicolor ♀︎, ovipositorscheden
Gelis bicolor ♀︎, ovipositorscheden
Gelis bicolor ♀︎, ovipositorscheden

KOP

1. Kop zwart [Schwarz 2002]
2. Antenne: met 20-22 segmenten [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, antenne met 20-22 segmenten

3. Antenne: segment 3 met 2,5-3,4x langer dan breed (lateraal aanzicht) [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, antenne segment 3 is 2,5-3,4x langer dan breed (lateraal aanzicht) (hier ±3x)

3. Antenne: segment 7 met 1,3-1,8x langer dan breed (lateraal aanzicht) [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, antenne segment 7 is 1,3-1,8x langer dan breed (lateraal aanzicht) (hier ±1,8x)

4. Ocelli: afstand tussen achterste ocellen ( OOL ) is ongeveer 0,7-1,0x de afstand tussen achterste ocel en oog rand ( POL ) [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, afstand tussen achterste ocellen (pol) is 0,7-1,0x afstand achterste ocelle tot oogrand (ool) (hier ±1,0x)

5. Clypeus: onderrand convex [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, onderrand clypeus convex

6. Wang: wanggroef diep [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, wanggroef diep

7. Occipitaal lijst: verbonden met hypostomale lijst bij mandibel basis [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, Occipitale lijst verbonden met hypostomale lijst bij mandibel basis

BORSTSTUK

1. Thorax en propodeum gewoonlijk oranje, bij kleinere exemplaren bruin tot zwart [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, thorax en propodeum bruin tot zwart

2. Mesonotum: zonder duidelijke mediane lengte groef [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, mesonotum zelden met mediane lengtegroef

3. Mesonotum: ongeveer 0,8-1,1x langer dan breed [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, mesonotum 0,8-1,1x langer dan breed

4. Schildje (Scutellum): niet duidelijk afgegrensd, zeer kort [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, schildje niet duidelijk afgegrensd, zeer kort

5. Mesonotum: lengte = 0,8-1,5x lengte area anterior [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, lengte mesonotum (lm) 0,8-1,5x lengte area anterior (la)

6. Helling mesonotum en propodeum achter ongelijk [Schwarz 2002]
7. Propodeum: ongeveer zo hoog als mesonotum [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, helling mesonotum en propodeum achter ongelijk

8. Propodeum: dwarse lijst op midden duidelijk, recht niet boogvormig [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, dwarse lijst propodeum in midden duidelijk en recht

9. Achterpoot: dij (femur) 3,3-4,1x lang als hoog (lateraal aanzicht) [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, dij 3 lengte ±3,3-4,1x breedte (hier ±3,8x) (lateraal aanzicht)

ACHTERLIJF

1. Tergum 1: met dorsaal lateraal lijsten, deels [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, tergum 1 met dorsaal lateraal lijsten

2. Achterlijf: vanaf tergum 2 zwart [Schwarz 2002]
3. Achterlijf: dicht behaard [Schwarz 2002]

Gelis bicolor ♀︎, achterlijf zwart vanaf tergum 2, dicht behaard

4. Ovipositor: punt met fijn tot duidelijke tanden ventraal




Literatuur

Finch 2005 Finch, O. D., 2005. The parasitoid complex and parasitoid‐induced mortality of spiders (Araneae) in a Central European woodland. Journal of Natural History, 39(25), 2339-2354.

Schwarz 1995 Schwarz M., 1995. Revision der westpaläarktischen Arten der Gattung Gelis THUNBERG mit apteren Weibchen und Thaumatogelis SCHIEDEKNECHT (Hymenoptera, Ichneumonidae). Teil 1. – Linzer biologische Beiträge – 0027_1: 5 - 105.

Schwarz 1998 Schwarz M., 1998. Revision der westpaläarktischen Arten der Gattungen Gelis THUNBERG mit apteren Weibchen und Thaumatogelis SCHMIEDEKNECHT (Hymenoptera, Ichneumonidae). Teil 2. – Linzer biologische Beiträge – 0030_2: 629 - 704.

Schwarz 2002 Schwarz M., 2002. Revision der westpaläarktischen Arten der Gattungen Gelis THUNBERG mit apteren Weibchen und Thaumatogelis SCHWARZ (Hymenoptera, Ichneumonidae). Teil 3 – Linzer biologische Beiträge – 0034_2: 1293 - 1392.

Schwarz & Shaw 1999 Schwarz M. & Shaw M., 1999. Western Palaearctic Cryptinae (Hymenoptera: Ichneumonidae) in the National Museums of Scotland, with nomenclatural changes, taxonomic notes, rearing records and special reference to the British check list. Part 2. Genus Gelis THUNBERG (Phygadeuontini: Gelina). – Entomologist's Gazette – 50(2): 117 - 142.

Soortenregister Nederlands Soortenregister

Waarneming.nl Waarneming.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *