Dit vrouwtje Ectemnius cephalotus [1,2,3] hing aan het eind van de middag enige tijd rond het bijenhotel. Ectemnius vrouwtjes gebruiken bijenhotels heel soms als slaapplek [4,5]. Ze inspecteerde een aantal gangen maar is na verloop van tijd vertrokken. Mogelijk wordt ze aangetrokken door de lucht van potentiële partners die de hotels dagelijks gebruiken om te overnachten en normaal gesproken rond dezelfde tijd beginnen te arriveren.
Literatuur
1 Nederlands Soortenregister2 KLEIN, Wim. De graafwespen van de Benelux. Jeugdbondsuitgeverij, Utrecht, 1996, 1-130. + KLEIN, Wim. De graafwespen van de Benelux: supplement. Jeugdbondsuitgeverij, 1999.
3 JACOBS, H. J (2007): Die Grabwespen Deutschlands Ampulicidae. Sphecidae, Crabronidae–Bestimmungsschlüssel in Blank, SM & Taeger, A (Hrsg): Die Tierwelt Deutschlands und der angrenzenden Meeresteile nach ihren Merkmalen und nach ihrer Lebensweise, Hymenoptera III–Keltern, Goecke & Evers, 79: 1-207.
4 Breugel, P. van 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.
5 Jacobi, Bernhard. (2001). Beutefang und Paarungsverhalten bei Ectemnius (Clytochrysus) cavifrons (Thomson, 1870) (Hymenoptera, Sphecidae, Crabroninae). 81 - 88.