Cerceris rybyensis (Graafbijendoder)♂︎

Laatst bijgewerkt: 24 maart 2024


Algemeen

SOORT: Graafbijendoder (Cerceris rybyensis)
GENUS CERCERIS (Knoopwespen)
FAMILY PHILANTIDAE



WAARNEMING:
2021-IX-052020-VIII-232020-VIII-202020-VI-20

JAREN:
20202021

MAANDEN:
janfebmaaaprmeijunjulaugsepoktnovdec


Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis)

INHOUD

1. Verspreiding
2. Gedrag
3. Plantrelaties
4. Prooi relaties
5. Parasitaire relaties
6. Herkenning

1. VERSPREIDING

De Graafbijendoder (Cerceris rybyensis) [1] is een algemeen voorkomende soort door heel Nederland [2], met uitzondering van Waddeneilanden [3].

2. GEDRAG

2.1. ACTIVITEIT

De soort is actief van half mei tot half oktober [2,3].

2.2. ONTWIKKELING

Het vrouwtje graaft een nest in de grond, zand en leef of löss [4], wat bestaat uit een gang van 10 tot 15 cm loodrecht de grond in [4]. De cellen worden vanaf de gang gegraven en gevuld met prooidieren van één bijensoort als voedsel voor de larven [3].

2.3. Bijenhotel

De mannetjes willen bijenhotels wel gebruiken als slaapplaats [6].

3. VOEDSELPLANTEN

De volwassen wespen voeden zich ook met nectar en/of pollen. In de literatuur worden de volgende planten soorten en groepen genoemd:

Composietenfamilie
(Asteraceae)
– Paardenbloem (Taraxacum) [7], incidenteel bezoek

In de tuin heb ik de soort foeragerend waargenomen op de volgende planten:

Composietenfamilie
(Asteraceae)
– Late guldenroede (Solidago gigantea)

4. PROOI RELATIES

De soort gebruikt bijen als voedsel voor haar kroost [3]. De grootte van de prooidieren die worden gevangen is lineair afhankelijk van de grootte van het vrouwtje zelf, waardoor grotere vrouwtjes een ruime keuze aan prooidieren hebben [8]. In de literatuur worden de volgende in Nederland voorkomende soorten genoemd:

Bijen
(Apoidae)
Bloedbijen (Sphecodes) [5]
– Groefbijen (Halictus) [3,4]
– Roetbijen (Panurgus), soms [3,4]
Zandbijen (Andrena) [3,4]

5. PARASITAIRE RELATIES

De volgende nestparasieten van C. rybyensis worden genoemd in de literatuur:

Dambordvliegen
(DIPTERA, Sarcophagidae)

Metopia [3]
Metopia argyrocephala [10]

Miltogramma [3]

Pterella [3]
Pterella grisea [5]
Goudwespen
(HYMENOPTERA, Chrysididae)

Chrysis
Chrysis ignita [5]

Hedychrum
Hedychrum gerstaeckeri [5,9]
Hedychrum niemelai [5,9]
Hedychrum nobile [5,9]

De volgende nest parasieten zijn waargenomen in de tuin:

Goudwespen
(HYMENOPTERA, Chrysididae)
Chrysis ignita

6. HERKENNING

Lengte mannetjes: 7 – 10 mm
Lengte vrouwtjes: 8 – 14 mm

Genus

Het genus Cerceris is te herkennen aan:

1.  Drie submarginale cellen [4,8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), voorvleugel met drie submarginaal cellen

2. Tweede submarginaal cel gesteeld, bereikt radiaalcel niet [4,8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), tweede submarginaal cel gesteeld

3. Radiaalcel met afgeronde top [4,8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), top radiaal cel afgerond

4. Eerste achterlijfssegment van boven gezien sterk versmald ten opzicht van het tweede segment [4], knoopvormig [8], de andere segmented door insnoering van de elkaar gescheiden [8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), eerste tergiet knoopvormig, tergieten van elkaar gescheiden door insnoering


1. Antenne met twaalf segmenten [4,8]

2. Achterlijf met zes segmenten [4,8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis)
Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis)
Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis)
Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis)
Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), tergiet 7


  1. Antenne met 13 segmenten [4,8]
Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), antenne met 13 segmenten

2. Achterlijf met 7 segmenten [4,8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), achterlijf met 7 segmenten

3. Tergiet 2 met gele basis [4,8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), basis tergiet 2 met gele tekening

4. Tergiet 4 bij meeste exemplaren zwart [4]. Indien aanwezig, gele tekening op tergiet 4 veel minder uitgebreid dan op tergiet 5 [4,8].

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), gele tekening tergiet 4 indien aanwezig veel minder uitgebreid dan op tergiet 5

5. Sterniet 2 met verhoogd deel aan de basis [4,8]

Graafbijendoder ♂ (Cerceris rybyensis), Sterniet II met verhoging aan basis

Ter vergelijking sterniet II van C. arenaria zonder een verhoging aan de basis van sterniet II.

Snuittorrendoder ♂︎ (Cerceris arenaria), sterniet 2 zonder verhoogd deel aan basis

6. Clypeus smal en naar voren getrokken, voorrand recht [8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), clypeus smal en naar voren getrokken, voorrand recht

7. Kiel tussen antenne basis eindigt ver voor ocelli [8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), kiel tussen antennen basis eindigt ver voor ocelli

8. Breedte van de verkleefde haren op voorrand clypeus zijlobben is iets smaller dan de ruimte ertussen [8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), breedte verkleefde haren voorrand clypeus zijlobben, iets smaller dan de ruimte ertussen

9. Ruimte tussen ocelle en oogrand breder dan ruimte tussen achterste ocelli [8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), ruimte tussen ocelle en oogrand breder dan ruimte tussen achterste ocelli

10. Antennevlag grotendeels zwart [4,8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), antennevlag grotendeels zwart

11. Lengte basaal lob (L) achtervleugel hoogstens 1/4 lengte anaalcel (A) [8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), basaal lob (L) achtervleugel ongeveer 1/4 lengte anaalcel (A)

12. Midden en voor scheen geheel geel [8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), midden en voor scheen geheel geel

13. Dorsaalveld propodeum glad [8]

Graafbijendoder ♂︎ (Cerceris rybyensis), rugveld propodeum glad

Referenties

1 Nederlands Soortenregister

2 Waarneming.nl

3 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.

4 KLEIN, Wim. De graafwespen van de Benelux. Jeugdbondsuitgeverij, Utrecht, 1996, 1-130. + KLEIN, Wim. De graafwespen van de Benelux: supplement. Jeugdbondsuitgeverij, 1999.

5 Ruchin, Alexander & Antropov, Alexander. (2019). Wasp fauna (Hymenoptera: Bethylidae, Chrysididae, Dryinidae, Tiphiidae, Mutillidae, Scoliidae, Pompilidae, Vespidae, Sphecidae, Crabronidae & Trigonalyidae) of Mordovia State Nature Reserve and its surroundings in Russia. Journal of Threatened Taxa. 11. 13195-13250. 10.11609/jott.4216.11.2.13195-13250.

6 Breugel, P. van 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.

7 HONĚK, ALOIS, et al. Arthropod fauna recorded in flowers of apomictic Taraxacum section Ruderalia. European Journal of Entomology, 2016, 113.

8 Hermann Dollfuss, "Bestimmungsschlüssel der Grabwespen Nord- und Zentraleuropas (Hymenoptera, Sphecidae) mit speziellen Angaben zur Grabwespenfauna Österreichs", Publikation der Botanischen Arbeitsgemeinschaft am O.Ö.Landesmuseum Linz, LINZ, 20. Dezember 1991

9 PAUKKUNEN, Juho, et al. An illustrated key to the cuckoo wasps (Hymenoptera, Chrysididae) of the Nordic and Baltic countries, with description of a new species. ZooKeys, 2015, 548: 1.

10 POVOLNY, D. The flesh-flies of Central Europe (Insecta, Diptera, Sarcophagidae). Spixiana supplement, 1997, 24: 1-260.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *