Officiële naam:
Synoniemen:
Etymologie:
rybyensis
Latijn: uit Ryby (het Zweedse landgoed waar Linnaeus deze wesp heeft beschreven [von Linné & Söderberg 1771])
INHOUD
1. Verspreiding
2. Gedrag
3. Plantrelaties
4. Prooi relaties
5. Parasitaire relaties
6. Herkenning
1. VERSPREIDING
De Graafbijendoder (Cerceris rybyensis) [Soortenregister] is een algemeen voorkomende soort door heel Nederland [Waarneming.nl], met uitzondering van Waddeneilanden [Peeters et al. 2004].
2. GEDRAG
2.1. ACTIVITEIT
De soort is actief van half mei tot half oktober [Waarneming.nl],[Peeters et al. 2004].
2.2. ONTWIKKELING
Het vrouwtje graaft een nest in de grond, zand en leef of löss [Klein 1999], wat bestaat uit een gang van 10 tot 15 cm loodrecht de grond in [Klein 1999]. De cellen worden vanaf de gang gegraven en gevuld met prooidieren van één bijensoort als voedsel voor de larven [Peeters et al. 2004].
2.3. Bijenhotel
De mannetjes willen bijenhotels wel gebruiken als slaapplaats [Breugel 2014].
3. VOEDSELPLANTEN
De volwassen wespen voeden zich ook met nectar en/of pollen. In de literatuur worden de volgende planten soorten en groepen genoemd:
Composietenfamilie (Asteraceae) | – Paardenbloem (Taraxacum) [Honek et al. 2016], incidenteel bezoek – Late guldenroede (Solidago gigantea) [eigen waarneming] |
4. PROOI RELATIES
De soort gebruikt bijen als voedsel voor haar kroost [Peeters et al. 2004]. De grootte van de prooidieren die worden gevangen is lineair afhankelijk van de grootte van het vrouwtje zelf, waardoor grotere vrouwtjes een ruime keuze aan prooidieren hebben [Dollfuss 1991]. In de literatuur worden de volgende in Nederland voorkomende soorten genoemd:
Bijen (Apoidae) | – Bloedbijen (Sphecodes) [Ruchin & Antropov 2019] – Groefbijen (Halictus) [Peeters et al. 2004],[Klein 1999] – Roetbijen (Panurgus), soms [Peeters et al. 2004],[Klein 1999] – Zandbijen (Andrena) [Peeters et al. 2004],[Klein 1999] |
Prooisoorten buiten Nederland:
– | – |
5. PARASITAIRE RELATIES
De volgende nestparasieten van C. rybyensis worden genoemd in de literatuur:
Dambordvliegen (DIPTERA, Sarcophagidae) | Metopia [Peeters et al. 2004] – Metopia argyrocephala [Povolny 1987] Miltogramma [Peeters et al. 2004] Pterella [Peeters et al. 2004] – Pterella grisea [Ruchin & Antropov 2019] |
Goudwespen (HYMENOPTERA, Chrysididae) | Chrysis – Chrysis ignita [Ruchin & Antropov 2019] Hedychrum – Hedychrum gerstaeckeri [Ruchin & Antropov 2019],[Paukkunen et al. 2015] – Hedychrum niemelai [Ruchin & Antropov 2019],[Paukkunen et al. 2015] – Hedychrum nobile [Ruchin & Antropov 2019],[Paukkunen et al. 2015] |
Parasitaire soorten buiten Nederland:
– | – |
6. HERKENNING
Lengte mannetjes: 7 – 10 mm
Lengte vrouwtjes: 8 – 14 mm
Genus
Het genus Cerceris is te herkennen aan:
1. Voorvleugel: met drie submarginaalcellen [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
2. Voorvleugel: tweede submarginaal cel gesteeld, bereikt radiaalcel niet [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
3. Voorvleugel: radiaalcel met afgeronde top [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
4. Achterlijf: eerste achterlijfssegment van boven gezien sterk versmald ten opzicht van het tweede segment [Klein 1999], knoopvormig [Dollfuss 1991], de andere segmented door insnoering van de elkaar gescheiden [Dollfuss 1991]


–
1. Antenne met twaalf segmenten [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
2. Achterlijf met zes segmenten [Klein 1999],[Dollfuss 1991]





- Antenne: met 13 segmenten [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
2. Achterlijf met 7 segmenten [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
3. Tergum 2: met gele basis [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
4. Tergum 4: bij meeste exemplaren zwart [Klein 1999]. Indien aanwezig, gele tekening op tergum 4 veel minder uitgebreid dan op tergum 5 [Klein 1999],[Dollfuss 1991].

5. Sternum 2 met verhoogd deel aan de basis [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
Ter vergelijking sterniet II van C. arenaria zonder een verhoging aan de basis van sterniet II.
6. Clypeus: smal en naar voren getrokken, voorrand recht [Dollfuss 1991]
7. Frons: kiel tussen antenne basis eindigt ver voor ocelli [Dollfuss 1991]
8. Clypeus: breedte van de verkleefde haren op voorrand clypeus zijlobben is iets smaller dan de ruimte ertussen [Dollfuss 1991]

9. Ocelli: ruimte tussen ocellus en oogrand breder dan ruimte tussen achterste ocelli [Dollfuss 1991]

10. Antenna: antennevlag grotendeels zwart [Klein 1999],[Dollfuss 1991]
11. Achtervleugel: lengte basaal lob (L) hoogstens 1/4 lengte anaalcel (A) [Dollfuss 1991]

12. Poten: midden- en voorscheen geheel geel [Dollfuss 1991]
13. Propodeum: dorsaalveld glad [Dollfuss 1991]
Literatuur
Breugel 2014 Breugel, P. van., 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.Dollfuss 1991 Dollfuss, H., 1991. Bestimmungsschlüssel der Grabwespen Nord-und Zentraleuropas. Stapfia, 24, 1-247.
Honek et al. 2016 HONĚK, A., Martinkova, Z., SKUHROVEC, J., Bartak, M., BEZDĚK, J., Bogusch, P., ... & ŠUMPICH, J., 2016. Arthropod fauna recorded in flowers of apomictic Taraxacum section Ruderalia. European Journal of Entomology, 113.
Klein 1999 Klein, W., 1999 De graafwespen van de Benelux: supplement. Jeugdbondsuitgeverij, 1-37. + Klein, W., 1996. De graafwespen van de Benelux. Jeugdbondsuitgeverij, 1-130.
Paukkunen et al. 2015 Paukkunen, J., Berg, A., Soon, V., Ødegaard, F., & Rosa, P., 2015. An illustrated key to the cuckoo wasps (Hymenoptera, Chrysididae) of the Nordic and Baltic countries, with description of a new species. ZooKeys, (548), 1.
Peeters et al. 2004 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.
Povolny 1997 Povolny, D., 1997. The flesh-flies of Central Europe (Insecta, Diptera, Sarcophagidae). Spixiana Suppl., 24, 1-260.
Ruchin & Antropov 2019 Ruchin, A. & Antropov, A., 2019. Wasp fauna (Hymenoptera: Bethylidae, Chrysididae, Dryinidae, Tiphiidae, Mutillidae, Scoliidae, Pompilidae, Vespidae, Sphecidae, Crabronidae & Trigonalyidae) of Mordovia State Nature Reserve and its surroundings in Russia. Journal of Threatened Taxa. 11. 13195-13250. 10.11609/jott.4216.11.2.13195-13250.
Soortenregister Nederlands Soortenregister
von Linné & Söderberg 1771 von Linné, C. & Söderberg, D. H., 1771). Pandora et Flora Rybiensis. Edman.
Waarneming.nl Waarneming.nl
Citatie
Krischan, O.R., 2025. Cerceris rybyensis. Kerfdier, www.kerfdier.nl. Geraadpleegd op 17 maart 2025.