Officiële naam:
Synoniemen:
Symmorphus bifasciatus [Soortenregister]
Vespa bifasciatus (Linnaeus 1761)
zie meer op: www.gbif.org
INHOUD
1. Verspreiding
2. Gedrag
3. Voedselplanten
4. Prooi relaties
5. Parasitaire relaties
6. Herkenning
1. VERSPREIDING
Symmorphus bifasciatus [Soortenregister] komt verspreid over Nederland voor en is een algemene soort, met uitzondering van Zeeland en Groningen waar de soort zeldzaam is [Waarneming.nl],[Peeters et al. 2004].
2. GEDRAG
2.1. ACTIVITEIT
De soort is actief van mei tot half september [Waarneming.nl],[Peeters et al. 2004].
2.2. ONTWIKKELING
Symmorphus bifasciatus nestelt meestal in holle stengels, maar is ook gevonden in muren (ook gebouwen) en dood hout [Peeters et al. 2004]. Ze maakt ook gebruik van bijenhotels en is daarnaast gevonden in gallen van de halmvlieg genus Lipara (CHLOROPIDAE) [Peeters et al. 2004].
Het vrouwtje vult normaliter een nest cel met één prooi, maar soms worden 2 of meer prooidieren gebruikt als er een overvloed aanwezig is [Budriene 2003].
Bij het bouwen van de nest cellen hanteert het vrouwtje een adaptieve strategie waarbij het de lengte van de nest cellen wordt aangepast bij een wijziging van de diameter van de nest gang. De resulterende cel lengte heeft effect op het geslacht van de wesp die zich ontwikkeld waarbij langere cellen zorgen voor meer vrouwtjes, en voor zwaardere vrouwtjes. Er is geen effect op mannetjes.
Daarbij geldt ook dat bij een groter aantal cellen er minder vrouwtjes zullen ontwikkelen. Oudere vrouwtjes zullen minder cellen per nest bouwen en minder voedsel aanbrengen, en uit die nesten zullen minder vrouwtjes ontwikkelen.
BIJENHOTEL
De wesp maakt gebruik van kunstmatige nesthulp met een voorkeur voor [Budriene 2004]:
– nestblokken hangend op een hoogte van 1 tot 2 meter
– nestblokken met een oriëntatie op het noorden of westen (hypothese), de soort maakt ook gebruik van nestblokken met een zuid of oost oriëntatie.
– nestgangen met een diameter van 3-4 mm
3. PLANT RELATIES
3.1. VOEDSELPLANTEN
De volwassen S. bifasciatus wespen voeden zich ook met nectar en/of pollen. In de literatuur worden de volgende planten soorten en groepen genoemd [Budriene 2004]:
Apicaceae (Schermbloemen familie) | – Foenicum vulgare (Venkel) [eigen waarneming] – Pastinaca sativa (Pastinaak) [Amolin & Ogol 2019] |
3.2. PROOI PLANTEN
Uit onderzoek is gebleken dat de prooidieren worden gezocht in verschillende boomsoorten en dat S. bifasciatus flexibel is in het zoeken naar geschikte bronnen voor prooidieren en gebruik van o.a. de volgende boomsoorten zijn onderkend:
– Alnus incana (Witte els) [Budriene 2003] |
– Populus tremula (Ratelpopulier) [Budriene 2003] |
– Salix sp. (Wilg) [Budriene 2003],[Wood & Goulson 2016] |
4. PROOI RELATIES
De soort is nauw oligofaag op keverlarven uit de familie bladhaantjes (CHRYSOMELIDAE) [Peeters et al. 2004].
In de literatuur worden de volgende in Nederland [Soortenregister] voorkomende soorten genoemd:
CHRYSOMELIDAE (Bladkevers) | Phratora (voorkeur [Budriene 2003]) – Phratora laticollis [Budriene 2003] – Phratora vitellinae [Budriene 2003] – Phratora vulgatissima [Budriene 2003],[Wood & Goulson 2016] Phyllodecta – Phyllodecta vulgatissima [Woydak 2006] Plagiodera – Plagiodera versicolora [Budriene 2003] Plagiosterna – Plagiosterna aenea [Budriene 2003 (als Linaeidea aenea)] |
Prooisoorten buiten Nederland:
– | – |
5. PARASITAIRE RELATIES
In de literatuur worden de volgende in Nederland [Soortenregister] voorkomende soorten genoemd:
CHALCIDOIDAE (Bronswespen) | EULOPHIDAE Melittobia – Melittobia acasta [Peeters et al. 2004] |
CHRYSIDIDAE (Goudwespen) | Chrysis – Chrysis angustula [Paern et al. 2015],[Woydak 2006 (als Chrysis brevidens)],[Peeters et al. 2004] – Chrysis ignita [Pereira‐Peixoto et al. 2016],[Woydak 2006],[Peeters et al. 2004] – Chrysis fulgida [Paern et al. 2015] – Chrysis viridula (gezien bij nesten) [Peeters et al. 2004] |
ICHNEUMONIDAE (Sluipwespen) | Hoplocryptus – Hoplocryptus confector [Paern et al. 2015],[Schwarz 2007],[Woydak 2006 (ook als H. dubius)] |
Parasitaire soorten buiten Nederland:
ICHNEUMONIDAE (Sluipwespen) | Nematopodius – Nematopodius formosus [Woydak 2006] |
6. HERKENNING
Lengte mannetjes: 7 – 11 mm
Lengte vrouwtjes: 7 – 11 mm-35
Genus
Het genus Symmorphus is te herkennen aan:
1. Achterlijf: een lengtegroef op tergum 1 [Schmid-Egger 2004].
2. Achterlijf: een dwarskiel op tergum 1, net als het genus net Ancistrocerus .
1. Borststuk: met korte strakke beharing, beharing bovenkant (mesonotum) donker, beharing zijden (mesopleura) licht [Schmid-Egger 2004]
2. Pronotum: met doorlopende dwarsrand tot aan de hoeken [Schmid-Egger 2004]
3. Antenne: schacht zwart [Schmid-Egger 2004]
4. Terga: 1, 2 en 4 met gele band, tergum 3 soms geel gevlekt [Schmid-Egger 2004]
Er is een variant S. bifasciatus eumenoides die twee gele niervlekken heeft op het tweede tergiet [Peeters et al. 2004]. Zie ook hier.
5. Mesopleuron: bovenste deel, boven de dwarsgroef, met grote diepe putten, gebied tussen putten is kleiner dan put diameter [Schmid-Egger 2004]
6. Tergum 1: vertikale deel korter dan horizontale deel
1. Antenne: met 12 segmenten [Peeters et al. 2004]
1. Antenne: met 13 segmenten [Schmid-Egger 2004]
2. Antenne: segment 13 even lang als breed [Schmid-Egger 2004]
Literatuur
Amolin & Ogol 2019 Amolin, A. V., & Ogol, I. N., 2019. Trophic relations of wasps (Hymenoptera: Vespidae) with flowering plants (Magnoliophyta) in Donbass. Euroasian Èntomol. J, 18, 365-376.Budriene 2003 Budrienė, A., 2003. Prey of Symmorphus Wasps (Hymenoptera: Eumeninae) in Lithuania. Acta Zoologica Lituanica. 13. 306-310. 10.1080/13921657.2003.10512686.
Budriene 2004 Budriene, A., 2004. Reproductive ecology and behaviour of predatory wasps (Hymenoptera: Eumeninae). Doctor al thesis. Vilnius.
Paern et al. 2015 Paern, M., Soon, V., Vallisoo, T., Hovi, K., & Luig, J., 2015. Host specificity of the tribe Chrysidini (Hymenoptera: Chrysididae) in Estonia ascertained with trap-nesting. European Journal of Entomology, 112(1), 91-99.
Peeters et al. 2004 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.
Pereira‐Peixoto et al. 2016 Pereira‐Peixoto, M. H., Pufal, G., Staab, M., Feitosa Martins, C. E. L. S. O., & Klein, A. M., 2016. Diversity and specificity of host‐natural enemy interactions in an urban‐rural interface. Ecological Entomology, 41(3), 241-252.
Schmid-Egger 2004 Schmid-Egger, C., 2004. Bestimmungsschlüssel für die deutschen Arten der solitären Faltenwespen (Hymenoptera: Eumeninae). S. 54-102. ohne Gesamttitel]. Hamburg: Deutscher Jugendbund für Naturbeobachtung (DJN).
Schwarz 2007 Schwarz, M., 2007. Revision der westpaläarktischen Arten der Gattung Hoplocryptus Thomson (Hymenoptera, Ichneumonidae). na.
Soortenregister Nederlands Soortenregister
Waarneming.nl Waarneming.nl
Wood & Goulson 2016 Wood, T., & Goulson, D., 2016. Aculeate bee and wasp survey report 2015/16 for the Knepp Wildland Project.
Woydak 2006 Woydak H., 2006: Hymenoptera Aculeata Westfalica Die Faltenwespen von Nordrhein-Westfalen (Hymenoptera, Vespoidea; Vespidae und Eumenidae) (Soziale Papier- und Lehmwespen) – Abhandlungen aus dem Westfälischen Provinzial-Museum für Naturkunde – 68_1: 3 - 133.