
1. VERSPREIDING
Ichneumon xanthorius [Soortenregister],[Broad 2011],[Perkins 1959],[Perkins 1960] is een vrij algemene wesp en komt voor door heel Nederland [Broad 2011].
In sommige literatuur wordt de soort aangeduid met haar oude naam Amblyteles equitatorius.
2. GEDRAG
2.1. ACTIVITEIT
De soort is actief van april tot augustus met een piek voor de mannetjes in juni en juli, en voor de vrouwtjes in april en mei [Broad 2011].
2.2. ONTWIKKELING
De soort overwinterd als rups en heeft mogelijk meer generatie per jaar [Hinz & Horstmann 2007]. De rupsen verpoppen in de grond in mei [Hinz & Horstmann 2007].
De ontwikkeling duurt gemiddeld 30 dagen voor vrouwtjes en 26 dagen voor mannetjes [Hinz & Horstmann 2007].
3. PARASITAIRE RELATIES
I. xanthorius is een polyfage [Hinz & Horstmann 2007] endoparasitoïde op motten uit de Noctuidae familie [Hinz & Horstmann 2007], vooral cocons in de grond [Hinz & Horstmann 2007], van de volgende in Nederland voorkomende [Vlinderstichting.nl] soorten:
Uilen (NOCTUIDAE) | –Noctua comes [Hinz & Horstmann 2007] –Noctua fimbriata [Hinz & Horstmann 2007] –Xestia baja [Hinz & Horstmann 2007] –Xestia ditrapezium [Hinz & Horstmann 2007] –Xestia stigmatica (syn. X. rhomboidae) [Hinz & Horstmann 2007] –Xestia trianglum [Hinz & Horstmann 2007] |
De volgende gastheren zijn waargenomen in de tuin:
Uilen (NOCTUIDAE) | –Volgeling (Noctua comes) [Hinz & Horstmann 2007] |
4. IDENTIFICATIE
Het is een grote wesp met een lengte van 15 mm
(verschillende internet sites geven een lengte van 15mm voor de mannetjes en vrouwtjes. De lengte van het vrouwtje wordt vermeld als 13 – 14 mm in de Perkins sleutel [Perkins 1960] ).
De kenmerken van I. xanthorius zijn [Perkins 1960]:
Vrouwtjes
1. Kaak met één tand
2. Thyridia kort en als dunne overdwarse band
3. Gastrocoelus vrij groot, breedte minstens even groot als afstand tussen de gastrocoeli
4. Tergieten 5, 6 en 7 met gele markering
5. Tergieten 1 tot 4 met brede gele band aan onderrand
7. Coxa achterpoot met gele vlek bovenop
8. Dij (femur) achterpoot zwart
9. Kop met slapen sterk vernauwd achter ogen
Mannetjes
1. Smalle soort
2. Postpetiole, bovenstuk van het 1e tergiet, geel
3. Achterpoot coxa met een gele vlek op bovenzijde
4, Achterpoot breed en fors gevormd [Ahw.me]
5. Dij, femur, achterpoot geel met onderste helft zwart
6. Scheen, tibia, achterpoot met zwarte onderrand
7. Clypeus met stompe rand
Literatuur
Ahw.me Albert de Wilde, Insecten fotosite ahw.me, WespenBroad 2011 Broad, G., 2011. Identification key to the subfamilies of Ichneumonidae (Hymenoptera). Biological Record Centre, Wallinford.
Hinz & Horstmann 2007 Hinz, R., & Horstmann, K., 2007. Über Wirtsbeziehungen Europäischer Ichneumon-Arten. On the Host Relationships of European Species of Ichneumon Linnaeus (Insecta, Hymenoptera, Ichneumonidae, Ichneumoninae). Spinxiana, 30(1), 39-63.
Perkins 1959 Perkins, J. F., 1959. Hymenoptera, Ichneumonoidea, Ichneumonidae: Key to Subfamilies and Ichneumoninae-I. Royal Entomological Society.
Perkins 1960 Perkins, J. F., 1960. Hymenoptera, Ichneumonoidea: Ichneumonidae I.[and] Ichneumoninae II, Alomyinae, Agriotypinae and Lycorininae. Royal Entomological Society.
Soortenregister Nederlands Soortenregister
Vlinderstichting.nl Vlinderstichting.nl, "Vlinders", De Vlinderstichting
Citatie
Krischan, O.R., 2025. Ichneumon xanthorius. Kerfdier, www.kerfdier.nl. Geraadpleegd op [datum maand jaar].