
1. VERSPREIDING
Episyron rufipes is een algemene wesp door heel Nederland [2].
2. GEDRAG
2.1. ACTIVITEIT
De soort is actief van mei tot september [2,3].
2.2. ONTWIKKELING
Twee generaties per jaar. Nesten worden gemaakt in grond [2].
Als prooi worden springspinnen van het genus Wielwebspinnen (Araneidae) [2] gebruikt.
3. IDENTIFICATIE
Het is een middelgrote wesp: lengte mannetje 6-9 mm, vrouwtje 8-13 mm [2].
De kenmerken van het genus Episyron zijn [2]:
1. Rand achter scheen met kraag van doorn met ongelijke hoogte en op ongelijke onderlinge afstand
2. 2e discoïdale cel op voorvleugel met uitzakking aan proximale kant
3. Binnenste oogranden lopen beneden licht van elkaar af

De kenmerken van de soort zijn [4]:
Mannetjes
- Pterostigma is smal
2. Slaap smaller dan de helft van de oogbreedte, van opzij gezien
3. Dons en schubharen zilverkleurig
Vrouwtjes
1. Binnenrand oog met gele vlek of streep
2. Antenne segment 3 is 4,5 maal lang als breed
3. Zijden tergieten 3 en 4 vaak met witte vlek [2]
4. Clypeus, voorhoofd bedekt met zilver dons
5. Eerste tarslid poot 1 meestal met 4 tanden
6. Poten 2 en 3 rood, poot 1 meestal donker
Referenties
1 Nederlands Soortenregister2 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.
3 Waarneming.nl