
1. VERSPREIDING
Lasius fuliginosusis [Soortenregister] is een algemene mier die door heel Nederland voorkomt [Waarneming.nl]. In de tuin is het een vaste gast die elk jaar in grote aantallen aanwezig is.
2. GEDRAG
2.1. VLIEGTIJD
Lasius fuliginosusis is het hele jaar aktief maar vooral tussen maart en oktober [Waarneming.nl].
In de tuin zijn ze elk jaar in grote aantallen aanwezig op alle planten waar bladluizen op zitten.
2.2. ONTWIKKELING
Het nest is vaak in uitgeholde bomen, stronken of op donkere plekken in huis zoals kelders en kruipruimten [Boer 2015]. In hout worden gangen en ruimtes geknaagd [Boer 2015]. Op de bodem van de ruimtes maken de mieren met zaagsel en speeksel papier-maché dat gebruikt wordt om papierconstructies te maken zoals wespen dat ook doen [Boer 2015]. De gangen worden met een speciaal suikerhoudende vloeistof worden ingesmeerd waarop een schimmel groeit die de vloeistof uithardt waardoor een harde laag ontstaat [Boer 2015].
3. IDENTIFICATIE
Het is een grotere kleine mier 3 – 5 mm [Boer 2015].
De kenmerken van de soort zijn [Boer 2015]:
1. Antenne-inplant direct boven het kopschild
2. Voorhoofdsdriehoek alleen aan voorrand duidelijk begrensd door groeve
3. Schub relatief laag, reikt niet tot bovenachterrand van borststuk

4. Kop van opzij gezien boller
5. Kaaktasters reiken niet tot het oog
6. Kop achter de koprand met een duidelijke inbochting
7. Werkster antenne 12 ledig
8. Werkster glanzend zwart

Literatuur
Boer 2015 Boer, P., 2015. Mieren van de Benelux. Jeugdbondsuitgeverij, 's Graveland.Soortenregister Nederlands Soortenregister
Waarneming.nl Waarneming.nl
Citatie
Krischan, O.R., 2025. Lasius fuliginosus. Kerfdier, www.kerfdier.nl. Geraadpleegd op 20 april 2025.