De tuin wordt bevolkt door diverse mieren soorten waaronder deze die de grootste en opvallendste zijn. Het is de Glanzende houtmier (Lasius fuliginosus) [1,2] van het genus Kleine schubmieren (LASIUS) uit de familie Schubmieren (FORMICINAE).
Ik weet niet precies hoeveel kolonies aktief zijn, maar ik vermoed dat het er één is omdat ze min of meer uit of naar dezelfde richting divergeren of convergeren. Waarschijnlijk zitten ze in een buitenmuur die ze via gaten in de grond bereiken.
Elk jaar zijn er honderden mieren in een wat meer beschaduwd deel van de tuin aanwezig. Dit deel is aaneengesloten dicht begroeid met klimop, rode kornoelje en grote brandnetel. In de planten zitten veel luizen waar de mieren gretig gebruik van maken.
De planten zijn op plaatsen bedekt met mieren en luizen. Ze zitten ook vaak op de takpunten zodat als de tak tegen je lijf strijkt er mieren op je zitten. Wanneer dat gebeurt zijn de mieren vaak wat agressiever en bijten ze blote armen en handen, wat niet super pijn doet maar het is een wel irritant gevoel.
Literatuur
1 Nederlands Soortenregister2 Boer, P. 2015. Mieren van de Benelux. Jeugdbondsuitgeverij, 's Graveland.