1. VERSPREIDING
Sphecodes gibbus is een minder algemene wesp in Nederland en wordt vooral in het zuiden en het midden gevonden [5].
2. GEDRAG
2.1. VLIEGTIJD
De soort is aktief van eind maart tot september [2,4,5]. met een piek voor de vrouwtjes eind juli en voor de manntjes begin augustus [4].
De vrouwtjes overwinteren [2].
2.2. ONTWIKKELING
Bloedbijen zijn cleptoparasieten [6] op vooral HALICTUS en LASIOGLOSSUM groefbijen [2,6].
3. IDENTIFICATIE
Het is een kleine wesp, vrouwtje 7 – 13 mm, mannetje 7 – 12 mm [2].
De kenmerken van de soort zijn:
1. Antenne segmenten in de tip voor maximaal 1/3 bedekt met filt-achtige beharing en knobbelige antennen [3]
2. Spriet segmenten vanaf segement 4 1,5x langer dan breed [4]
3. Spriet segment 4 2x langer dan breed [4]
4. Gebied achter ocelli gepunctueerd [3]
5. Kruin met glanzende ruimten tussen punten [4]
6. Rugschild verspreid gepunctueerd, minstens een punt breedte groot [4]
6. Tegieten I t/m III dicht gepunctueerd [4]
Literatuur
1 Nederlands Soortenregister2 Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, C. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlands bijen (Hymennoptera: Apidae s.l.). - Natuur van Nederland 11, Naturalis Biodiversity Center & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.
3 Stevenston Conservation, Key to Sphecodes Females and Males
4 wildebijen.nl, "De Nederlandse bijen en hun relaties, overzicht van in Nederland en Vlaanderen voorkomende solitaire en sociale bijen (Apidea s.l.)"