1. VERSPREIDING
O. aeneus [1,2] is een wat zeldzamere wesp en komt vooral voor in het midden en zuiden van Nederland [3,4].
2. GEDRAG
2.1. VLIEGTIJD
De soort is aktief van mei tot in augustus [3].
2.2. ONTWIKKELING
O. aeneus jaagt op kleine graafwespen van de genera Passaloecus en
Pemphredon [2,3]:
- Passaloecus turionum
- P. gracilis
- P. eremita
3. IDENTIFICATIE
Het mannetje en vrouwtje 3 – 7 mm [2].
De kenmerken van de soort zijn [2,3]:
1. Vrouwtje is geheel blauw, violet of groen
2. Mannetje is zwart op bovenkant, met blauwe of groene reflecties aan de zijkant
3. Basis radiale ader voorvleugel gebogen
4. Mediale ader voorvleugel licht gebogen, dwz een hoek groter dan 90° (een sterk gebogen ader maakt een hoek van 90°)
5. Kop en mesosoma met korte beharing
6. Slapen hoekig van boven gezien
7. Fijne punctuering op mesoscutum
8. Spaarzame en fijne punctuering op pronotum (soms grover)
7. Metascutellum niet verhoogd
8. Zijkant borststuk, mesopleuron, steekt aan onderkant zwak uit
9. Randen van de mesopleuron punt maken een stompe hoek
10. Achterrand abdomen zonder verdikte rand, zijrand rond and relatief recht
11. Ondiepe inkeping op punt tergiet III (niet te zien op foto)
12. Tergiet III zonder tanden en groef
4. PARASITAIRE RELATIES
De volgende gastheren van O. aeneus komen voor in de tuin:
Wespen (HYMENOPTERA)
- Passaloecus gracilis [2,3]
Literatuur
1 Nederlands Soortenregister2 SCHMID-EGGER, C. H. Bestimmungsschlüssel für die deutschen Arten der solitären Faltenwespen (Hymenoptera: Eumeninae). Deutscher Jugendbund für Naturbeobachtung, 1994, 54: 90.
3 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.
4 Waarneming.nl