1. VERSPREIDING
A. nigricornis is een vrij algemene muurwesp [2] en komt voor door heel Nederland [2, 4].
2. GEDRAG
2.1. VLIEGTIJD
De soort is actief van maart tot tot eind september [2].
De vrouwtjes zijn de enige muurwespen die overwinteren en kunnen in maart en half april aangetroffen worden voordat de andere soorten actief zijn [5]. Hierdoor zijn ze makkelijk te identificeren. De mannetjes sterven in de nazomer na paring [5]. De vrouwtjes zijn de vorige zomer bevrucht [6].
Vanaf eind juni vliegt de nieuwe generatie.
2.2. ONTWIKKELING
A. nigricornis vangt Bladroller (Tortricidae) motten rupsen [4,6].
Ze nestelen in allerlei boorgangen, natuurlijk of kunstmatig. In mijn bijenhotels nestelt ze vooral in boorgangen van ±5 mm wat overeenkomt met de literatuur die vermeld dat de soort een voorkeur heeft voor gangen van 4 – 5 mm [5].
De vrouwtjes zijn regelmatige gasten op de bijenhotels, zie ook hier.
3. NESTPARASIETEN
In de literatuur worden de volgende in Nederland voorkomende [1] nestparasieten van A. nigricornis genoemd:
Hymenoptera (Wespen) | Chrysididae (Goudwespen) Chrysis (Tandgoudwespen) – Chrysis ignita [4] |
Diptera (Vliegen) | Sarcophagidae (Dambordvliegen) Amobia – Amobia signata [7] |
De volgende soorten zijn waargenomen in de tuin:
Hymenoptera (Wespen) | Chrysididae (Goudwespen) Chrysis (Tandgoudwespen) – Chrysis ignita [4] |
4. HERKENNING
Lengte mannetjes 7,5 – 10,5 mm, lengte vrouwtjes 10 – 13 mm.
Vrouwtjes
1. Poten geel met zwart [3]
2. Propodeum zwart [3]
3. Sterniet 2 rand in zijaanzicht in hoek van 90 graden, daarachter vlak ingedeukt [3]
4. Tergiet 1 in de regel met karakteristieke tekening [3]
5. Antenneschacht onderzijde over hele lengte geel [3]
Literatuur
1 Nederlands Soortenregister2 Waarneming.nl
3 SCHMID-EGGER, C. H. Bestimmungsschlüssel für die deutschen Arten der solitären Faltenwespen (Hymenoptera: Eumeninae). Deutscher Jugendbund für Naturbeobachtung, 1994, 54: 90.
4 Martynova, Kate & Fateryga, Alexander. (2015). Chrysidid wasps (Hymenoptera, Chrysididae)—Parasites of eumenine wasps (Hymenoptera, Vespidae: Eumeninae) in Crimea. Entomological Review. 95. 472-485. 10.1134/S0013873815040090.
5 Breugel, P. van 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.
6 Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwen-huijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). – Nederlandse Fauna 6. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden, knnv Uitgeverij, Utrecht & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.
7 POVOLNY, D. The flesh-flies of Central Europe (Insecta, Diptera, Sarcophagidae). Spixiana supplement, 1997, 24: 1-260.
8 Schwarz, Martin. (2007). Revision der westpaläarktischen Arten der Gattung Hoplocryptus THOMSON (Hymenoptera, Ichneumonidae). Linzer Biologische Beiträge. 39.